Rubriek :
Plant - algemeen
Hoe planten ademen
Bij eencelligen en
weinig gecompliceerde dieren, zoals kwallen en andere
holtedieren, maar ook bij alle planten is de zuurstofopname een
vrij eenvoudige zaak. Elke cel betrekt de zuurstof direct uit de
omgeving of uit een naburige cel. Bij planten dringt de zuurstof
door de opperhuid van wortel of stengel naar binnen. Bladeren
hebben voor dit doel microscopisch kleine openingen, de
huidmondjes. Een blad van de zonnebloem (Helianthus annuus)
heeft er zo'n dertien miljoen. Door een tweetal halvemaanvormige
sluitcellen kunnen deze mondjes geopend en gesloten worden. Dit
geschiedt door een merkwaardig mechanisme, dat geregeld wordt
door verhoging of verlaging van de suikerconcentratie in de
sluitcellen. Wordt hierin onoplosbaar zetmeel door een enzym in
suiker veranderd, dan wordt de concentratie van het celvocht
hoger, de sluitcellen zuigen meer water op, waardoor de spanning
toeneemt. De constructie van de celwanden is nu zodanig, dat de
sluitcellen bij verhoging van de inwendige spanning wat meer
uiteenwijken, zodat het huidmondje opengaat. In het donker zijn
de meeste huidmondjes gesloten, bij zonsopgang gaan ze open. Bij
warm en droog weer bestaat er gevaar dat de wortels niet zoveel
water kunnen opnemen als door verdamping verloren gaat. De
huidmondjes worden dan gesloten, om de verdamping zoveel
mogelijk te beperken.
De Nederlander Jan Ingen-Housz was de eerste die het verband
tussen de twee belangrijke processen : assimilatie en ademhaling
begon in te zien (1779). Door eenvoudige proeven kwam hij
erachter, dat groene planten in het licht zuurstof produceren en
in het donker koolzuur afstaan. Hij veronderstelde terecht, dat
de koolstof in een plant niet uit de bodem, maar geheel uit het
koolzuur van de lucht afkomstig moet zijn. De zuurstof, die bij
het assimilatieproces wordt gevormd, kan weer gedeeltelijk door
de weefsels 'verademd' worden, terwijl het bij de ademhaling
vrijkomende koolzuurgas weer als koolstofleverancier voor de
assimilatie dienst kan doen. Wordt een groene plant voldoende
belicht, dan overweegt de assimilatie, er wordt dus meer
organische stof gevormd (door de assimilatie) dan door de
ademhaling wordt afgebroken.
Het is dus begrijpelijk dat planten in een voldoende verlicht
vertrek de lucht zuiveren. Omdat zij tijdens de nacht alleen
maar ademen, zijn het dan in feite concurrenten van de mens ?
Die concurrentie valt nogal mee. Een plant heeft een veel minder
grote zuurstofbehoefte dan dieren en mensen.