Plebejus
argus
Het
heideblauwtje komt voor in heideterreinen in
Europa en Azi� tot aan Japan. Mannetjes zijn
bovenop de vleugels blauwgekleurd. De vrouwtjes
bruin. De voedselplanten van de rupsen zijn
struikheide en dopheide. Het eitje wordt gelegd
op de houtige stengel en overwintert daar. In
het voorjaar eten de rupsjes van de bloemknoppen
en de groeipunten van de plant, bij voorkeur van
jonge heideplanten. De rupsen laten zich
vervolgens door werkstermieren van de wegmier
meenemen naar het mierennest om daar te
verpoppen. Er zijn ook heideblauwtjes die buiten
een mierennest kunnen overleven. De vlinders
leven in grote aantallen bij elkaar in vrij
kleine gebieden.
|