Ponen
Ponen of Triglidae komen over de
hele wereld voor in ondiepe, niet al te koude
zee�n. Er zijn meer dan honderd verschillende
soorten beschreven. Kenmerkend voor deze familie
zijn de gepantserde koppen met aaneengesloten
beenplaten, met stekels op de kieuwdekselranden.
Ze leven voornamelijk op de zeebodem, hebben een
korte eerste rugvin met 7-11 stekelige
vinstralen en een veel langere tweede rugvin met
14-20 vertakte vinstralen. De onderste drie
stralen van de borstvinnen zijn verdikt en niet
door vinvlies verbonden. Met deze vrije stralen
kunnen ponen over de zeebodem als het ware lopen
en via chemische zintuigen in deze vrije stralen
ingegraven prooi vinden. Ponen leven in groepen,
waarin geluid een belangrijk communicatiemiddel
is. Dit geluid wordt geproduceerd door
contracties van tegen de zwemblaas aanliggende
spieren. Langs de Nederlandse kust komen vier
soorten voor : gestreepte poon, grauwe poon,
Engelse poon en rode poon.
|