Pootloze
graafskink
De
Acontias sp. leeft in zandige gebieden en wordt
tien cm lang.
Pootloze skinken brengen het grootste deel van
hun leven onder de grond door in hun holen. Ze
hebben geen poten, het lichaam is langgerekt en
cilindervormig, de staart is kort. Hun ogen en
oren zijn door schubben beschermd en hun
onderste ooglid heeft een doorzichtig venster,
waardoor ze bij het graven kunnen zien zonder
zand in hun ogen te krijgen. Het lichaam is
bedekt met harde, gladde schubben zodat ze
gemakkelijk door het zand kunnen bewegen. De
bovengrondse voortbeweging gaat met golvende,
slangachtige bewegingen van het lichaam in een
snel tempo. Ze eten voornamelijk insecten, ook
wel kleine ongewervelde dieren en kikkers.
De wijfjes zijn levendbarend en brengen drie tot
vier jongen per keer ter wereld.
|