Prairieskink
De
Eumeces obsoletus leeft in grasland met rotsen
en wordt vijftien tot 35 cm lang.
De prairieskink is de grootste Noordamerikaanse
skink. Hij heeft goed ontwikkelde, stevige poten
en zijn lichaam is bezaaid met zwarte of bruine
vlekjes. Op sommige plaatsen kunnen deze vlekken
versmelten en zo de indruk wekken van
lengtestrepen. Hij is overdag actief en voedt
zich met insecten, spinnen en kleine hagedissen.
Van nature agressief bijt hij snel als hij
verontrust wordt.
De prairieskink vertoont een ongewoon grote
broedzorg. Enkele weken na de paring in april of
mei legt het wijfje zeventien tot twintig eieren
in een nest dat ze onder een rots maakt. Ze
bewaakt de eieren gedurende de ontwikkeling en
draait ze regelmatig om. Wanneer enige maanden
later de eieren beginnen uit te komen, wrijft ze
deze en drukt ze tegen haar lichaam om de jongen
te stimuleren zich uit het ei te bevrijden. De
eerste tien dagen verzorgt ze de jongen en likt
ze regelmatig schoon. De jonge prairieskinken
zijn zwart met een blauwe staart en enkele witte
vlekjes; bij het volwassen worden vervagen deze
kleuren.
|