Rubriek :
Historische figuren
Prinses Irene der
Nederlanden
(Soestdijk 5 aug.
1939), geboren prinses der Nederlanden, prinses van
Oranje-Nassau, prinses van Lippe-Biesterfeld, is de tweede
dochter van prinses Juliana en prins Bernhard. In 1956 behaalde
zij het einddiploma middelbare meisjesschool aan het Baarns
Lyceum. Daarna ging zij in Lausanne Frans studeren. Hier werd
zij in 1958 bevestigd als lidmaat van de hervormde kerk, de
�glise Nationale Vaudoise. Van 1958 tot 1962 studeerde zij te
Utrecht rechten en economie; in 1963 slaagde zij voor het
rijksexamen tolk-vertaler Spaans.
In dec. 1963 trad zij toe tot de Rooms-Katholieke Kerk en in
jan. 1964 werd zij door kardinaal Alfrink te Rome voorwaardelijk
herdoopt. Op 9 febr. 1964 kondigde de prinses haar verloving aan
met prins Carlos Hugo van Bourbon-Parma. Op haar verzoek besloot
de Nederlandse regering geen wetsontwerp tot goedkeuring van dit
huwelijk in te dienen. Dit had tot gevolg dat toen het huwelijk
(op 29 april te Rome) voltrokken werd, prinses Irene haar
rechten op de troonopvolging in Nederland verloor. Doop en
huwelijk wekten beroering, vooral in protestants-christelijke
kringen in Nederland.
Uit het huwelijk werd op 27 jan. 1970 Carlos Javier Bernardo
geboren, op 13 okt. 1972 de tweeling Jaime Bernardo en Margarita
Maria Beatriz en op 23 juni 1974 Maria Caroline Christine.
Wegens uitwijzing van Carlos Hugo uit Spanje woonde het paar van
1968 tot 1977 in Frankrijk. Sedert haar huwelijk speelde de
prinses een actieve rol in de door haar man geleide carlistische
beweging.
In 1979 publiceerde zij La mujer y la sociedad (= De vrouw en de
maatschappij), waarin zij ingaat op de problemen die de vrouw
ontmoet, als zij een plaats wil gaan bekleden in het openbare
maatschappelijke leven. Hiervoor kreeg zij een eredoctoraat van
de universiteit van Frederick in Maryland. Eind 1980 keerde zij
met haar kinderen terug naar Nederland en een halfjaar later (27
mei 1981) werd het huwelijk officieel ontbonden.
De omstandigheid dat zij sinds 1985 geen lid meer is van het
Koninklijk Huis en er geen ministeri�le verantwoordelijkheid
voor haar handelen wordt gedragen, maakte het haar mogelijk op
persoonlijke titel de deelnemers van de grote vredesdemonstratie
in Den Haag in 1983 toe te spreken.
De prinses deed in 1996 stof opwaaien met een boek, waarin zij
dolfijnen en bomen emotionele eigenschappen toeschrijft.