Rubriek :
Historische figuren
Prinses Juliana van
Nederland
voluit: Juliana
Louise Emma Marie Wilhelmina ('s-Gravenhage 30 april 1909),
prinses van Oranje-Nassau, hertogin van Mecklenburg, dochter van
koningin Wilhelmina en prins Hendrik, prins der Nederlanden,
hertog van Mecklenburg.
1. Leven
Juliana was van 4 sept. 1948 tot 30 april 1980 koningin
der Nederlanden, ontving lager en middelbaar onderwijs van
enkele daartoe speciaal aangetrokken pedagogen en
onderwijsdeskundigen, volgde van sept. 1927 tot jan. 1930
colleges aan de Rijksuniversiteit te Leiden, werd lid van de
Vereniging van Vrouwelijke Studenten en ontving er in 1930 het
eredoctoraat in de letteren en wijsbegeerte. In mei 1927 deed
zij haar intrede in de Raad van State. Op 7 jan. 1937 trad zij
in het huwelijk met Bernhard, prins van Lippe-Biesterfeld. Uit
dit huwelijk werden vier dochters geboren; Beatrix (1938), Irene
(1939), Margriet (1943) en Christina (aanvankelijk Marijke
genoemd; 1947).
Na de Duitse overrompeling verliet het prinselijk gezin op 12
mei 1940 - in overleg met de regering - Nederland. Tot 2 juni
woonde het gezin, na een verblijf van enkele dagen te Londen, in
Gloucestershire. Daarna vestigde de prinses zich met haar
kinderen en een klein gezelschap te Ottawa in Canada. Enige
malen bracht zij een bezoek aan de Verenigde Staten, in 1943 aan
Suriname en in 1944 aan de Nederlandse Antillen en Venezuela. Op
3 mei 1945 keerde de prinses in het bevrijde deel van Nederland
terug en enkele weken later vestigde zij zich weer met haar
gezin in het paleis Soestdijk.
2. Troonsbestijging
Nadat zij bij de wet van 10 okt. 1947 tot regentes was
benoemd, werd zij op 14 okt. 1947 als zodanig be�digd. Op 1 dec.
1947 nam haar moeder weer zelf de regering op zich en van 12 mei
1948 tot 30 aug. 1948 trad prinses Juliana opnieuw op als
regentes. Op 6 sept. 1948 werd Juliana, nadat koningin
Wilhelmina op 4 sept. troonsafstand had gedaan, in een verenigde
vergadering van de Staten-Generaal in de Nieuwe Kerk te
Amsterdam ingehuldigd tot koningin. Op 30 april 1980 deed zij
ten gunste van haar dochter Beatrix afstand van de troon.
3. Regeringsperiode
Een ingrijpende gebeurtenis in het begin van haar
regeringsperiode was de dekolonisatie van Indonesi�, die werd
bezegeld met de soevereiniteitsoverdracht op 27 dec. 1949.
Eveneens in haar regeringsperiode vielen de totstandkoming van
het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (1954), waarbij
de Nederlandse Antillen en Suriname een zekere autonomie werd
verleend, en de onafhankelijkheid van Suriname (1975). De
bezoeken van koningin Juliana en prins Bernhard aan deze
gebieden vormden hoogtepunten in hun lange reeks van
staatsbezoeken. In 1964 verleende de Rijksuniversiteit in
Groningen Juliana een eredoctoraat in de sociale wetenschappen.
Tweemaal in haar regeerperiode is er sprake geweest van een
crisis die het risico van constitutionele gevolgen in zich
droeg: de eerste was de affaire-Greet Hofmans, de tweede de
Lockheed-affaire, waarin prins Bernhard verwikkeld raakte. Geen
van beide crises bleek echter haar positie of aanzien schade te
hebben toegebracht.
Koningin Juliana heeft haar opdracht als constitutioneel monarch
op een eigen wijze vervuld. Typerend daarbij waren haar sociale
bewogenheid, haar betrokkenheid bij eigentijdse problemen en
ontwikkelingen en haar ongekunsteld persoonlijk optreden,
eigenschappen die haar in ongewoon brede kring (ook bij
principi�le tegenstanders van de monarchie) respect en
genegenheid bezorgden.
Na haar aftreden als staatshoofd bleef prinses Juliana grote
belangstelling tonen voor met name sociale vraagstukken. Zij
legde bezoeken af aan een groot aantal ziekenhuizen en andere
zorginstellingen. Prinses Juliana en prins Bernard wonen op
paleis Soestdijk.