W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Ziekten en aandoeningen overzicht

Prostaatkanker

Wat is prostaatkanker?
De prostaat is een klier van het mannelijk voortplantingsstelsel, die onder de blaas en v��r het rectum ligt (het rectum is het laatste deel van de dikke darm, dat eindigt in de anus). De prostaat is ongeveer zo groot als een walnoot en ze omgeeft een deel van de urinebuis.
Prostaatkanker is een ziekte waarbij zich kwaadaardige cellen vormen in het weefsel van de prostaat. Een kwaadaardige prostaattumor groeit over het algemeen erg traag en veroorzaakt in een vroeg stadium nauwelijks klachten. Prostaatkankercellen kunnen zich verspreiden via het lymfestelsel of via het bloed en zo uitzaaiingen vormen, bijvoorbeeld in de lymfeklieren en het bot.
Het Vlaams Kankerregistratienetwerk registreerde in 1999 in Vlaanderen 4.429 nieuwe gevallen van prostaatkanker. Prostaatkanker is daarmee in Vlaanderen de meest voorkomende kanker bij mannen. Het is een typische ouderdomsziekte: de gemiddelde leeftijd bij de diagnose is 71 jaar.

Onderzoeken?
De volgende klachten of symptomen kunnen wijzen op prostaatkanker: verminderde of onderbroken urinestroom, vaak moeten plassen, moeilijk plassen, pijn of branderig gevoel bij het plassen of de ejaculatie, bloed in de urine of het zaad... Deze symptomen zijn echter bijna nooit specifiek voor kanker (moeilijk plassen is bijvoorbeeld vaker het gevolg van een goedaardige vergroting van de prostaat). Prostaatkanker veroorzaakt bovendien nauwelijks klachten, ook niet in de gevorderde stadia.
Om prostaatkanker op te sporen, kunnen de volgende onderzoeken gebeuren. Een rectaal onderzoek is het aftasten van de prostaat via de anus. Zo kan de arts voelen of de prostaat verhard is of vergroot, wat mogelijk kan wijzen op kanker. Ook een PSA-test kan soms een aanwijzing geven voor de aanwezigheid van een kwaadaardig prostaatgezwel. PSA of prostaatspecifiek antigen is een stof die met een eenvoudige test opgespoord kan worden in het bloed. Een te hoog PSA-gehalte in het bloed k�n een aanwijzing zijn voor prostaatkanker. Een stijging van de PSA-waarde kan echter ook wijzen op andere, onschuldigere prostaatkwalen zoals een goedaardige prostaatvergroting of een ontsteking. Daarom is verder onderzoek noodzakelijk bij een verhoogde PSA-waarde.
Als er mogelijk sprake is van kanker, zal een weefselonderzoek gebeuren door middel van een transrectale biopsie . Daarbij wordt, meestal onder plaatselijke verdoving, via het rectum met een naald een stukje weefsel uit de prostaat verwijderd om te onderzoeken in het laboratorium.
Om de biopsie nauwkeuriger uit te voeren, wordt de prostaat het beste met een echografie in beeld gebracht. Een echografie maakt gebruik van geluidsgolven om de organen op een beeldscherm zichtbaar te maken.
Als de diagnose prostaatkanker gesteld is, willen de artsen weten in welk stadium de ziekte zich bevindt. Dat helpt hen mee de behandeling te bepalen. Daarom kunnen nog een CT-scan (een zeer gedetailleerde r�ntgenfoto) van de buik of het bekken volgen en een botscan (of isotopenscan: onderzoek na inspuiting met een licht radioactieve stof om te zien of er uitzaaiingen in het bot zijn).

Behandeling?
De behandelende arts-specialist houdt voor de keuze van de behandeling vooral rekening met de uitgebreidheid van de tumor, de algemene conditie en de leeftijd van de pati�nt. Als de ziekte beperkt is gebleven tot de prostaat en niet is uitgezaaid, zal de specialist wellicht een curatieve behandeling voorstellen. Een curatieve behandeling is gericht op de genezing van de pati�nt.
Bij een uitgezaaide prostaatkanker zal een behandeling voorgesteld worden die de ziekte remt en/of klachten vermindert.
De meest toegepaste behandelingen van prostaatkanker zijn op dit moment een operatie (chirurgie), bestraling (radiotherapie) en hormonale therapie. Een genezende behandeling kan bestaan uit een operatie en/of bestraling, al dan niet gecombineerd met een hormonale behandeling. Hormonale therapie op zich (zonder andere behandeling) kan de tumor wel verkleinen of trager doen groeien, maar geneest de kanker niet. In bepaalde gevallen is afwachten hoe de kanker evolueert eveneens een mogelijkheid. Chemotherapie, de behandeling met geneesmiddelen die kankercellen vernietigen of hun groei remmen, wordt bij prostaatkanker soms toegepast, maar de resultaten zijn erg wisselvallig.
Soms zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Aarzel in dat geval niet uw arts uitvoerig vragen te stellen over de voor- en nadelen van de verschillende behandelingen.

Chirurgie
Bij een operatie wordt de prostaat volledig weggenomen. In medische termen heet deze ingreep een radicale prostatectomie. Deze behandeling wordt meestal gebruikt als men veronderstelt dat de kanker niet is uitgezaaid.
Complicaties
Radicale prostatectomie is technisch een delicate operatie, die nogal wat vaardigheid vergt van de chirurg. De belangrijkste complicaties zijn impotentie en urineverlies (incontinentie).
Aan weerszijden van de prostaat lopen zenuwen die essentieel zijn om een erectie te krijgen. De tumor bevindt zich meestal dicht in de buurt van deze zenuwen. Afhankelijk van de grootte van de tumor kan de chirurg meestal inschatten of hij ��n of beide zenuwen kan sparen. Bij jonge pati�nten die aan beide zijden zenuwsparend geopereerd worden, zal de grote meerderheid van de mannen de potentie na een negental maanden herwinnen. Worden de zenuwen aan beide zijden verwijderd, dan is de pati�nt meteen na de operatie impotent en dat blijft zo. Er bestaat ook een kleine kans dat mannen hun blaas (tijdelijk) niet volledig onder controle hebben. Het risico op deze problemen neemt toe naarmate de pati�nt ouder is.

Radiotherapie
Radiotherapie is een behandeling met radioactieve stralen om kankercellen te vernietigen. Bij radiotherapie wordt radioactieve energie in de vorm van een stralenbundel (te vergelijken met een lichtbundel) precies gericht op de plaats van het gezwel of de plaats waar het gezwel zich bevond. Radiotherapie kan als genezende behandeling worden gebruikt om een beperkte tumor te behandelen. Als de ziekte verder gevorderd is, kan radiotherapie gebruikt worden om de tumor te verkleinen en om symptomen te verlichten, zoals plas- of stoelgangproblemen of pijn als gevolg van uitzaaiingen in de botten.
Bij een prostaattumor kan uitwendig of inwendig bestraald worden.

Uitwendige bestraling
Bij uitwendige bestraling wordt bestraald vanuit een machine buiten het lichaam. Het gebied dat moet worden bestraald, verschilt per pati�nt, en ook de duur van de bestralingskuur, de intensiteit en het bestralingsschema (het aantal bestralingen) kunnen vari�ren. Meestal wordt de pati�nt minstens zeven weken lang dagelijks een paar minuten bestraald. Een opname in het ziekenhuis is niet nodig, en de behandeling is pijnloos.
Complicaties
Bestraling van de prostaat heeft ook invloed op de gezonde cellen in het bestraalde gebied. Tijdens en nog even na de behandeling komen (tijdelijke) blaasklachten, slijmerige diarree of pijn bij de ontlasting voor. Ook vermoeidheid is een vaak voorkomende bijwerking van radiotherapie. In de loop van de jaren na de behandeling kunnen mannen door bestraling ook stilaan impotent worden. Dit kan soms verholpen worden met medicijnen.

Inwendige bestraling
Bij inwendige bestraling, ook brachytherapie genoemd, wordt materiaal dat bestraling produceert, rechtstreeks ingebracht in de prostaat. Die radioactieve "zaadjes" geven daar een hoge dosis straling af. Deze techniek is op zich ingrijpender dan uitwendige bestraling aangezien de ingreep onder verdoving plaats heeft (soms algemene verdoving, soms lokaal). Inwendige bestraling wordt enkel toegepast bij beperkte tumoren in een vroeg stadium.
Complicaties
Mannen die inwendig bestraald werden, kunnen wel eens plasklachten krijgen doordat de prostaat zwelt door inplanting van de zaadjes. Daarom komen voor deze behandeling enkel mannen in aanmerking met een kleine prostaat en zonder grote plasproblemen. Sommige pati�nten krijgen na verloop van tijd ook potentiestoornissen.

Hormoontherapie
Hormoontherapie bestaat nu meestal uit geneesmiddelen die de pati�nt krijgt via inspuitingen of in pilvorm. Vroeger bestond hormoontherapie uit het chirurgisch wegnemen van het deel van de teelballen waar het mannelijke hormoon (testosteron) wordt geproduceerd.
De bedoeling van hormoontherapie is om de werking van het mannelijke hormoon, dat prostaatkanker kan helpen groeien, te verminderen. Dat kan door het testosteron weg te nemen of door de werking ervan te blokkeren. Hormonale therapie kan de tumor verkleinen of trager doen groeien, maar het geneest de kanker niet. Hormonale therapie kan worden gebruikt in de volgende gevallen:
als aanvulling op een bestralingsbehandeling of een operatie bij mannen met een verhoogd risico op herval
als eerste behandeling bij pati�nten die geen operatie of bestraling kunnen ondergaan (omdat ze bijvoorbeeld andere ernstige gezondheidsproblemen hebben) of die niet genezen kunnen worden met een operatie of bestraling omdat de kanker uitgezaaid is.
als een eerste behandeling (operatie of bestraling) niet succesvol was of als de kanker terugkomt
Nevenwerkingen
De nevenwerkingen zijn afhankelijk van het soort hormoonbehandeling. Zijn mogelijk: een verminderde libido (zin in seks), impotentie, algemene moeheid, plotse warmteopwellingen, een kleine gewichtstoename, het opzwellen van de borsten en pijnlijke tepels.
Afwachten
Een arts kan in bepaalde gevallen bovendien adviseren om af te wachten en zorgvuldig te controleren hoe de kanker evolueert. Deze optie (ook watchful waiting genoemd) wordt soms aanbevolen bij kleine, weinig agressieve tumoren, voornamelijk bij oudere mannen (boven de 70) met mogelijk andere gezondheidsproblemen.
Soms kiezen mannen voor deze optie omdat de mogelijke nevenwerkingen van een andere behandeling, zoals impotentie, niet opwegen tegen de voordelen van die behandeling. De arts zal in deze gevallen geregelde controles adviseren (met een klinisch onderzoek en PSA-onderzoek), om te zien wanneer een eventuele behandeling noodzakelijk wordt.

Na de behandeling?
Geneeskansen
De kans op genezing en herstel hangt bij kanker van veel dingen af: van het stadium waarin de ziekte verkeert bij diagnose, van de leeftijd van de pati�nt, de grootte van de tumor, of er al dan niet uitzaaiingen zijn, van de behandeling enz. Bij kanker wordt vaak gesproken in termen van vijfjaarsoverleving, dit is het gemiddelde percentage pati�nten dat vijf jaar na de diagnose nog leeft.
Bij een niet-uitgezaaide prostaatkanker die curatief behandeld wordt, ligt de vijfjaarsoverleving tussen de 80 en 90 procent. Algemeen geldt: hoe kleiner de tumor en hoe vroeger ontdekt, hoe beter de kansen. Als er uitzaaiingen zijn op afstand, is de vijfjaarsoverleving veeleer beperkt.
Hou er echter rekening mee dat elke situatie uniek is en dat de overlevingscijfers enkel een globaal beeld geven. Niemand kan voorspellen wat er in uw geval precies zal gebeuren. Praat erover met uw arts, hij kent uw situatie het best.
Nazorg
Leven met een ernstige ziekte als kanker is een hele beproeving. Behalve de fysieke ongemakken die de medische behandeling meebrengt, worden de meeste kankerpati�nten geconfronteerd met allerlei zorgen, angsten en onzekerheden. Als de therapie met succes is afgerond, vragen pati�nten zich af wat er nog meer gedaan kan worden.
Als het met de therapie niet gelukt is de kanker uit te schakelen, is het de vraag hoe de symptomen zo goed mogelijk bestreden kunnen worden en wie daarbij kan helpen. Hulp bij de praktische �n bij de emotionele aspecten van de ziekte zijn vaak welkom. Nazorg is in beide situaties erg belangrijk. Het begrip "nazorg" houdt dan ook veel in: medische begeleiding, psychische en sociale opvang, en/of palliatieve zorg.
Deel van de nazorg is een geregelde medische controle (bloedafname, rectaal onderzoek en PSA-onderzoek), vooral met de bedoeling een mogelijk herval zo snel mogelijk op te sporen en te behandelen.
Praat met de behandelende arts over mogelijke symptomen, bijwerkingen of fysieke problemen. Hij kent uw ziekte en het verloop immers het best. Verliest u urine of heeft u erectieproblemen, aarzel niet om hem er alles over te vragen. Dit zijn veel voorkomende medische problemen, waarvoor er mogelijk oplossingen zijn.
Familie, vrienden en verwanten kunnen eveneens veel steun bieden. Het kan ook helpen om over de ziekte te praten met andere prostaatkankerpati�nten. Of misschien heeft u nood aan een anoniem luisterend oor, deskundig advies of een bemoedigend gesprek? Aarzel niet en bel de Vlaamse Kankertelefoon : 078/150.151. U kan er ook informatie krijgen over verdere begeleiding van pati�nten, over contact met lotgenoten (bijvoorbeeld via zelfhulpgroepen), sociale voorzieningen voor pati�nten, aanvullende behandelingsmethoden, palliatieve zorg enz.

 

� 2006 - WORLDEXPLORER
Google