Rubriek :
Historische figuren
Publius Gallienus
Gallienus, Publius
Licinius Egnatius (bij Milaan 218 - 268), Romeins keizer van
253-268, werd door zijn vader, keizer Valerianus, kort na diens
verheffing (253) als mederegent aangesteld. Valerianus begaf
zich naar het Perzische front; Gallienus kreeg het commando over
alle Romeinse troepen in Europa en sloeg met moeite overal langs
Donau en Rijn infiltrerende Germaanse en andere stammen terug.
Intussen werd in de chaos van de 'militaire anarchie' de ene
pretendent na de andere (de 'dertig tirannen') door de legers
tot keizer uitgeroepen en meestal na korte tijd weer omgebracht.
Toen Valerianus ca. 259 in Perzische gevangenschap raakte, wierp
de generaal Postumus zich op als deelkeizer van een Imperium
Galliarum, dat ook Britannia en Spanje omvatte. Anderzijds werd
ca. 260 de handelsstad Palmyra in de Syrische woestijn onder
Odenathus een feitelijk onafhankelijke bufferstaat, die de
Perzen terugdrong en zijn macht tot over Voor-Azi� uitbreidde.
Uit de periode 255-263 dateren Gallienus' legerhervormingen: hij
vormde zelfstandige cavalerie-eenheden als reserve en sloot
senatoren uit van hoge officiersposten, en ook in enkele
bedreigde of verwoeste provincies stelde hij ervaren ridders
(tweede stand) als stadhouders aan. Onder Gallienus stortte het
Romeinse geldstelsel in in een hollende geldontwaarding. Hij
werd het slachtoffer van een samenzwering van Illyrische
officieren (onder wie zijn opvolgers Claudius II, Gothicus en
Aurelianus). Als man van ontwikkeling en tolerantie (hij was
bevriend met de wijsgeer Plotinus en hief de edicten t.a.v.
christenvervolging van zijn vader op) vertegenwoordigde
Gallienus een voorbije periode; zijn verdienste is dat hij erin
geslaagd is in de zwaarste crisis het rijk min of meer bijeen te
houden.