Rubriek : De
mens - algemeen
Engeland, Frankrijk en de
reformatie
De
regeringsperiode van de Franse koning Frans I (1515-1547) werd
sterk beheerst door zijn strijd met Karel V. In de periode van
1521 tot 1544 waren er niet minder dan vier oorlogen tussen
beide vorsten. In die strijd kreeg Frans I steun van de Engelse
koning Hendrik VIII (1509-1547) -zie foto-, van de Turken
en van de Duitse protestantse vorsten.
Toch vond de Franse koning nog ruimschoots de tijd voor allerlei
andere dingen. In zijn eigen land legde hij de grondslag voor
een sterke koninklijke macht, door het administratieve bestuur
meer vanuit ��n punt te doen voeren. Ook verklaarde hij het
Frans tot offici�le taal mede in gebieden waar een andere taal
gesproken werd. Het meest echter werd de koninklijke macht
versterkt door het concordaat, dat is een overeenkomst,
die Frans I met paus Leo X sloot. Hierdoor kreeg de Franse
koning niet alleen veel invloed inzake de benoeming van de hoge
geestelijkheid in Frankrijk, maar bovendien leverde het hem
grote geldelijke voordelen op. Op die manier was het voor hem
helemaal niet van belang meer om protestant te worden. De
geschriften van Luthers aanhangers, die in Parijs in druk
verschenen, bevielen Frans I daarom volstrekt niet. Hij ging dan
ook over tot vervolging van de protestanten, maar hij werd
daarin sterk geremd, doordat hij de Duitse protestanten nodig
had tegen Karel V.
Wat de vorstelijke staat betreft die deze Franse koning voerde,
kan men echt spreken van de renaissance in Frankrijk. Grote
weelde en rijkdom werden tentoon gespreid. Ook het aantal
vrouwen dat Frans I heeft bemind, was bepaald niet gering te
noemen. Vergeleken bij deze zwierige, ijdele en ridderlijke
koning, maakt de Engelse Hendrik VIII een sombere en despotische
indruk. Alleen al zijn instelling tegenover de vrouwen was
vreemd en toch ook huiveringwekkend. Eerst trouwde hij met de
weduwe van zijn broer, Catharina van Aragon. Zij schonk hem
evenwel slechts ��n dochter en geen zoons en dit leidde tot een
verwijdering en tenslotte door een scheiding. Toen de paus
daaraan niet wilde meedoen, werden met de medewerking van het
Engelse parlement alle banden met Rome verbroken. De
echtscheiding werd in Engeland uitgesproken en in 1533 kon de
koning trouwen met Anna Boleyn, op wie hij al geruime tijd zijn
zinnen had gezet.
Een jaar later werd de Wet van het Oppergezag afgekondigd, en
daardoor werd Hendrik VIII het hoofd van de Engelse of
anglicaanse kerk. In de leer veranderde weinig, want die
bleef in hoofdzaak de katholieke, alleen de paus werd niet meer
erkend. De koning ging over tot onteigening van de kerkelijke
goederen. Met de opbrengst daarvan hoopte hij zijn schatkist wat
bij te vullen.
De arme Anna Boleyn werd, beschuldigd van overspel, in 1536 op
het schavot onthoofd. Terstond daarna trouwde Hendrik VIII met
Jane Seymour. Waarschijnlijk ontliep deze een ellendig lot door
in 1537 in het kraambed te sterven. In januari 1540 trad de
Engelse koning in het huwelijk met Anna van Kleef. Maar hij
stuurde haar binnen een jaar weg met een jaargeld en daar mocht
ze erg blij mee zijn. Hetzelfde jaar nog trouwde hij met
Catharina Howard, maar ook zij werd beschuldigd van overspel en
onthoofd. Tenslotte volgde het zesde en laatste huwelijk met
Catharina Parr in 1543. Zij overleefde de koning en kreeg dan
ook de bijnaam 'de wijze koningin'.