


|
Meervalachtigen
leven over de ganse wereld op de bodem van rivieren,
meren en beken. Ze zijn goed aangepast aan de bodem als
leefomgeving. Hun lichamen zijn naakt of overdekt met
een dik pantser van botachtige platen en ze hebben vaak
grillige uitsteeksels. Samen vormen ze de grote
onderorde van de Siluroidei, die bestaat uit zo'n dertig
families en ongeveer tweeduizend soorten.
Waar deze naakte of gepantserde ridders van de bodem
vandaan komen, is raadselachtig. Ze vertonen zowel
overeeenkomsten met de zalmachtigen als met de
karperachtigen. In hun mond hebben ze zelden tanden. De
interessante soorten voor de aquariumhouder zijn de
tropische en subtropische vertegenwoordigers van deze
onderorde. Zij behoren voor het grootste deel tot de
familie van de pantsermeervallen (Callichthyidae), de
halfpantsermeervallen (Doradidae), Loricariidae,
Pimelodidae, Pangasiidae, Clariidae, enz.
Sommige zijn gewoon geraakt aan het leven in het
aquarium. Maar andere weigeren zich in gevangschap voort
te planten en moeten dus uit hun oorspronkelijke
leefomgeving ge�mporteerd worden.
|