Ringstaartbuidelrat
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
ringstaartbuidelrat is ��n van de vijftien leden
van de ringstaartenfamilie en de grotere familie
van vliegende buideleekhoorns. Met zijn
veelzijdige beweeglijke staart en sterke
grijptenen, is de ringstaartbuidelrat perfect
aangepast aan een leven in de toppen van de
bomen van regenwouden, heersterachtig bosland en
tuinen in de voorsteden van Australi�. Dit
stille, gewoonlijk lenige dier reageert op
onverwachte ontmoetingen door te bevriezen als
een standbeeld, botweg voor zich uit starend, om
daarna langzaam weg te sluipen.
Hoewel ringstaartbuidelratten net zo lief in
tropische of gematigde bossen leven, geven ze de
voorkeur aan gebieden waar veel eucalyptusbomen
zijn. Deze schuwe maar sociale dieren leven in
boomtoppen en zijn alleen tijdens de nacht
actief. Tijdens de dag rusten ze gezamelijk in
nesten die ze bouwen tussen boomtakken of dik
kreupelhout. Ieder rond nest is gemaakt van
gesnipperde bast, bladeren, varens en twijgen of
dik kreupelhout en heeft een kleine ingang aan
��n kant. Nesten worden gewoonlijk dicht op
elkaar gebouwd en worden bewoond door tot wel
zes dieren, waaronder volwassenen en jongen. In
koudere klimaten nestelen ringstaartbuidelratten
ook in holen in bomen, bekleed met bladeren.
Net als alle andere buideldieren, hebben
vrouwelijke exemplaren een buidel op hun buik
waarin hun pasgeboren jongen eten en groeien in
warmte en veiligheid. Paren blijven vaak langer
dan ��n seizoen bij elkaar, en het vrouwtje kan
in ��n jaar twee nesten krijgen. Gewoonlijk
werpt ze twee kleine, kale, onontwikkelde
jongen, die maar een paar centimeter lang zijn.
Ze blijven zo'n achttien weken in de buidel, of
totdat ze sterk genoeg zijn om eruit te klimmen
op hun moeders rug. De jonge buidelratten worden
nog zes maanden gezoogd en blijven wel een jaar
dicht bij hun moeder.
Tijdens de nacht verlaten deze hongerige
herbivoren de warmte en veiligheid van hun nest
en gaan op zoek naar voedsel. Ze zijn vooral gek
op sappige, jonge eucalypstusbladeren, maar eten
ook de nieuwe bladeren van een grote
verscheidenheid aan andere bomen, zoals acacia,
theebomen, lampenpoetsers en vlinderstruiken.
Ook doen ze zich tegoed aan bloemen en knoppen,
bloemennectar, boomsap en -bast, en fruit.
Ringstaartbuidelratten communiceren met zacht,
tsjilpend geluid. Ze kunnen echter zeer
agressief worden naar elkaar toe in gebieden
waar veel nesten zijn. Deze dieren voelen zich
op hun gemak in de buurt van mensen en nestelen
soms in daken van huizen en in bomen van parken
in voorsteden en tuinen. Ze zijn echter altijd
op hun hoede en zullen zelden op de grond komen,
waar ze een makkelijke prooi zijn voor varanen,
dingo's en katten.
|