Ringstaartmaki
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
ringstaartmaki is vooral te herkennen aan zijn
lange, pluizige, zwart-wit gestreepte staart en
katachtige verschijning. Dit luidruchtige
diertje voelt zich het lekkerst in een groep en
kan, speurend naar vruchten en noten, even goed
uit de voeten op de grond als springend van boom
tot boom.
Ringstaartmaki's leven in groepen van ongeveer
veertien leden. Binnen zo'n groep zijn de
vrouwtjes de baas en de twee geslachten leven in
een strikt gescheiden hi�rarchie waarbinnen elk
diere vecht voor zijn sociale positie. Ze
gebruiken een hele reeks geluiden om te
communiceren en hun hoge kreten zijn van een
kilometer afstand te horen. Elke groep heeft een
eigen territorium dat de mannetjes markeren met
hun geur. Ringstaartmaki's zijn overdag actief
en laten hun witte buik graag warmen door de
zon. Elkaars vacht schoonhouden is een
belangrijk sociaal gebeuren. De dieren vormen
paren of kleine groepjes en kammen elkaars vacht
om de beurt met de tanden van hun onderkaak.
Wereldwijd leven er meer dan duizend
ringstaartmaki's in dierentuinen in
gevangenschap, waar ze goed gedijen. In
het wild komen ze alleen voor op Madagascar,
waar het voortbestaan van de soort twijfelachtig
is doordat de bossen waarin de dieren leven
verdwijnen ten gunste van het akkerland. Ook
bosbranden bedreigen deze ringstaartmaki's en
hun leefomgeving. Roofvogels en de fretkat (een
inheems roofdier dat lijkt op de mangoest) jagen
op deze maki's, net als mensen die hen op willen
eten of willen verhandelen.
De paartijd is voor de mannetjes een uitputtende
periode. Onderling wordt er fel gevochten en ze
proberen een rivaliserende groep binnen te
dringen om de paarkans te vergroten. Voorafgaand
aan een gevecht wrijven de mannetjes hun staart
in met een stinkend goedje uit de klieren op hun
voorpoten en genitali�n en houden een
'wedstrijdje stinken', waarbij ze met hun staart
zwaaien om een vieze geur te verspreiden.
Vrouwtjes paren met verschillende mannetjes en
krijgen ��n jong of soms twee. Meteen na de
geboorte klemt de kleine maki zich vast aan
moeders buik. Drie tot vier weken later zet het
zijn eerste stappen en gedurende de vijf maanden
daarna wordt het jong steeds zelfstandiger. Het
keert naar zijn moeder terug om te eten of te
slapen. Mannetjes zijn vaak agressief tegen
jonge dieren, maar vrouwtjes letten vaak op
elkaars jongen en beschermen ze tegen
roofdieren.
De ringstaartmaki's eten vegetarisch, hoewel ze
soms een klein insect verorberen. Ze plukken met
hun behendige voorpoten vruchten, bladeren,
bloemen, schors en het sap van bomen en
struiken. De vrouwtjes hebben voorrang bij de
verdeling van het voedsel. De restjes zijn voor
de mannetjes.
|