Roggen
Roggen kunnen als vele
grondhaaien elektrische velden waarnemen en
opsporen, die door prooidieren worden
geproduceerd. Dit doen zij door middel van in de
huid verspreid liggende electroreceptoren. Er
zijn spanningen tot 220 volt gemeten en
stroomsterkten tot acht amp�re.
Voor de Nederlandse visserij zijn roggen niet
van groot belang. De in onze havens aangevoerde
roggen worden thans vrijwel alle buiten onze
faunagrenzen gevangen. In de jaren vijftig en
zestig van de vorige eeuw was het voorkomen van
diverse roggensoorten in onze kustwateren niet
ongewoon. Nu is het voorkomen van een rog vrij
zeldzaam. Dit is voornamelijk te wijten aan de
intensieve boomkorvisserij op schol en tong,
waarbij vrijwel de gehele zeebodem jaarlijks
door zware kettingen wordt omgeploegd. Roggen
zijn, door het geringe aantal eieren dat zij
jaarlijks afzetten, zeer kwetsbare soorten bij
toename van de visserijdruk. Het aanspoelen van
eikapsels op onze stranden is van oudsher een
indicatie geweest over het voorkomen van diverse
soorten roggen in de zuidelijke Noordzee : van
elf verschillende roggensoorten werden eikapsels
aangetroffen. Dit wil niet zeggen dat alle elf
soorten ook in ons faunagebied voorkwamen. Sinds
1941 werden acht roggensoorten van het geslacht
Raja waargenomen. Gedurende de laatste decennia
zijn onder andere Sterrog, Kleinoogrog en
Golfrog nauwelijks of niet meer waargenomen, ook
hun eikapsels spoelden niet zo vaak meer aan. De
volgende vijf roggensoorten zouden in ons
faunagebied kunnen terugkeren, als de
boomkorvisserij zou worden afgeschaft.
Soorten : Vleet - Grootoogrog - Gevlekte rog -
Stekelrog en Blonde rog.
|