Rolstaartbeer
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
rolstaartbeer behoort net als Zuid-Amerikaanse
soorten als de rode neusbeer en de olingo, tot
de wasberen. De rolstaartbeer slingert van tak
tot tak met de hulp van zijn sterke grijpstaart
en wordt door mensen die hem zien klauteren door
het bladerdak van de Zuid-Amerikaanse bossen
vaak voor een aap aanzien. In werkelijkheid
behoort dit dier tot de familie van de wasberen.
Hij is ongeveer even groot als een huiskat en
zoekt tijdens de nacht naar rijpe vruchten om
zijn honger te stillen.
De rolstaartbeer slaapt het grootste deel van de
dag in de holte van een oude boom. Maar als het
erg heet is, verlaat hij soms zijn schuilplaats
om op een tak af te koelen. Tegen de avond wordt
hij wakker en neemt dan eerst de tijd om zich
uit te rekken en te wassen, voordat hij op zoek
gaat naar voedsel. Dit behendige dier kan zijn
achterpoten naar achteren draaien en met de kop
naar voren naar beneden klimmen, waarbij hij
zich vasthoudt met zijn klauwen. Volwassen
dieren leven doorgaans solitair, behalve in de
paartijd, en hebben een groot territorium, dat
gemarkeerd wordt met de geurklieren op kaken,
keel en onderbuik. Zowel mannetjes als vrouwtjes
verdedigen hun territorium fel tegen indringers
van hetzelfde geslacht. De rolstaartbeer blaft
als hij wordt gestoord en kan onder het eten
schel krijsen, maar over het algemeen is het
geen luidruchtig dier.
In de paartijd vormen rolstaartberen gewoonlijk
sociale groepen die bestaan uit twee volwassen
mannetjes, een bronstig vrouwtje en soms twee
jongen van de jaren ervoor. De mannetjes vechten
korte tijd en het dominante mannetje krijgt de
eerste gelegenheid om met het vrouwtje te paren,
terwijl het andere mannetje het territorium
bewaakt. Vier maand later wordt er gewoonlijk
��n jong met dichte ogen geboren in het nest in
de boomholte. Na zo'n twintig dagen gaan de
oogjes van het jonge dier open en schakelt hij
over op vast voedsel.
De rolstaartbeer kan zijn enorm lange tong diep
in bloemen steken op zoek naar nectar, of
bijennesten doorzoeken op honing. Zijn menu
bestaat uit zoete dingen, voor negentig procent
uit vruchten, aangevuld met bladeren, nectar en
honing. Hij heeft het liefst rijpe, zoete en
vlezige vruchten, zoals mango's, vijgen en
bananen. Sommige groepen eten insecten en ook
wel kleine dieren zoals kikkers en nestelende
vogels en eieren. De rolstaartbeer hangt aan
zijn lange grijpstaart aan een tak terwijl hij
zijn eten plukt en verorbert. Hoewel hij meestal
alleen foerageert, zijn er op plekken met een
overvloedig voedselaanbod soms meerdere dieren
te vinden die zich tegoed doen. De rolstaartbeer
eet 's nachts en kan afstanden van wel twee en
een halve kilometer afleggen op zoek naar
voedsel.
Hij is bijzonder handig met zijn voor- en
achterpoten, die elk vijf klauwen hebben. De
sterke staart fungeert als vijfde ledemaat; dit
behendige dier krult hem om een tak als steuntje
bij het klimmen.
|