| 
												 
													
														
															Roodbaarzen
													
													 
															 
														
													
													De
														leden van deze tot de schorpioenvisachtigen
														behorende familie der Sebastidae of roodbaarzen,
														komen merendeels in tropische of subtropische
														wateren voor. In de noordelijke Atlantische
														Oceaan leven slechts enkele soorten waarvan er
														twee in de zuidelijke Noordzee zijn
														aangetroffen. Roodbaarzen hebben meer dan tien
														stevige stekels in de rugvin en drie stekels in
														de anaalvin. Onder ogen bevindt zich een
														horizontale, benige richel. De randen van de
														voorkieuwdeksels hebben korte stekels. De
														onderkaak is langer dan de bovenkaak. Bij de
														hier genoemde sooten worden de eieren inwendig
														bevrucht en verlaten de vislarven het
														moederlichaam na het embryonale stadium. 
														Soorten : blauwkeeltje en kleine roodbaars.
											  |