Roodstaartslangen
Deze prachtige slang uit
Zuidoost-Azi� was vroeger opgenomen in het
geslacht Elaphe, maar wordt tegenwoordig
geclassificeerd als Gonyosoma oxycephala. Ze
wordt ongeveer twee meter lang, en met
uitzondering van de zwartgerande schubben op het
voorste deel van het lichaam en het uiteinde van
de staart dat rood of bruin is, is ze geheel
groen. De kop is smal en er loopt een donkere
streep over het oog, dat ook groen is. De tong
is lichtblauw. Dit is een in bomen levende slang
met een slanke bouw.
De verzorging van deze soort is tamelijk
eenvoudig op voorwaarde dat er in gevangenschap
gefokte of goed gewende wilde exemplaren
beschikbaar zijn. De meeste wilde slangen die
ge�mporteerd worden, dragen zeer veel parasieten
met zich mee evenals een aantal ziekten, en hun
conditie wordt bovendien be�nvloed door de niet
al te vriendelijke manier van omgang met en
transport van de dieren. De meeste sterven kort
na aankomst. In kleine aantallen zijn er in
gevangenschap gefokte dieren verkrijgbaar, en
deze verdienen bij aankoop de voorkeur boven de
wilde, ge�mporteerde dieren.
Aangenomen dat er gezonde dieren beschikbaar
zijn, hebben deze middelgrote hokken nodig. Als
er een tak aanwezig is zullen ze er gebruik van
maken maar dit is niet essentieel. Er wordt soms
aangenomen dat ze een grotere luchtvochtigheid
nodig hebben dan andere colubriden, maar dit is
waarschijnlijk bij in gevangenschap gefokte
jongen niet het geval. Er moet voortdurend een
temperatuur heersen van 25-30 graden Celsius,
maar kleine verlagingen in de nacht en winter
zijn waarschijnlijk niet schadelijk. Volwassen
dieren eten graag muizen, maar jonge dieren
hebben soms hulp nodig, zoals plaatsing van een
kleine muis in hun bek, waarna ze het dier
gewoonlijk vanzelf doorslikken.
Paartjes die aan hun omgeving gewoon zijn, paren
het hele jaar door, maar de vrouwtjes kunnen het
sperma opslaan, wat het precies vaststellen van
het paarseizoen moeilijk maakt. De legsels
bestaan uit vijf tot acht eieren en de broedtijd
is aan grote variatie onderhevig, tijden van
80-180 dagen zijn bekend. Pasgeboren jongen
accepteren muizen zelden meteen, maar kunnen wel
gemakkelijk gedwongen worden gevoerd.
|