| 
												 
													
														De
															roodwangsierschildpad
													
													 
															 
														
														
															 Orde
															: Testudines - familie : Emydidae - geslacht :
															Trachemys en soort : T. scripta elegans. De
															roodwangsierschildpad is lid van de orde
															Testudines van land- en zeeschildpadden. 
															Met zijn harde, beschermde schild en gevliesde
															poten is de roodwangsierschildpad een oeroud
															dier dat amper is veranderd sinds hij zo'n
															tweehonderd miljoen jaar geleden tot
															ontwikkeling kwam. Dit voorzichtige dier, dat in
															de Verenigde Staten inheems is, houdt ervan zich
															in het zonnetje te koesteren al glipt hij bij
															het minste of geringste gevaar snel weer terug
															in het water. 
															Op zonnige dagen gaan deze sociale roodwangen
															graag met hun soortgenoten zonnebaden op een
															modderige oever of op een gedeeltelijk
															ondergelopen rots of boomstronk. Wordt het te
															krap, dan wedijveren ze om het warmste plekje
															door boven op elkaar te klimmen en vervaarlijke
															stapels te vormen. 's Nachts slaapt de
															roodwansierschildpad op de modderige bodem van
															een rivier of plas, of drijft hij onder het
															wateroppervlak. Wordt het tijdens de winter te
															koud of in de zomer te heet, dan graaft hij zich
															onder water in de zachte modder in of kruipt hij
															in een ondergelopen holle boomstronk. Daarna
															valt hij in een diepe slaap tot het weer in
															maart of april opknapt. 
															Deze schildpad is een opportunist, die eet wat
															in zijn watergebied voorhanden is. De jongen
															dieren zijn voornamelijk carnivoor en voeden
															zich met kleine visjes, kikkers, kikkervisjes,
															waterslakken, wormen, waterinsecten en hun
															larven. Daarentegen eten de volwassen dieren
															plantaardig voedsel. De roodwang voedt zich
															altijd in het water en heeft twee belangrijke
															jachttechnieken : of hij drijft aan het
															oppervlak en wacht tot hij een insect weg kan
															happen, of hij houdt zich in het diepe schuil en
															grijpt er elk passerend visje of schaaldier. Ook
															taaie onderwaterplanten en schaaldieren vormen
															geen probleem : hij kraakt ze met zijn
															krachtige, scherpgerande kaken of verscheurt ze
															met zijn scherpe klauwen. Hij grijpt soms zelfs
															een vogel die in het water drinkt of baadt. 
															Een vrouwtje die bereid is om te paren geeft een
															geur af om een partner aan te trekken. Een
															mannetje volgt haar overal, waarbij hij vaak
															achteruit zwemt en met zijn voorpoten naar haar
															zwaait en haar kin kietelt. Meestal reageert ze
															op dit baltsgedrag door naar zijn tenen te
															happen. Vervolgens verlaat het vrouwtje het
															water om een geschikte nestelplek in vochtige
															aarde te zoeken en daar haar eieren in te
															leggen. Zo'n drie maanden later graven de
															heldergroene jongen zich een weg uit het nest. 
															Per jaar worden er vanuit de Verenigde Staten
															drie tot vier miljoen roodwangen ge�xporteerd.
															Er zijn twee intensieve fokbedrijven die ze
															daarvoor mogen fokken. Ze komen er wel veel
															voor, maar worden toch op een aantal plaatsen in
															de Verenigde Staten bedreigd.
														
													
											  |