W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Dier - algemeen

Roofdieren in de bossen

Het noordelijkste deel van het gebied dat door dierkundigen nearctis wordt genoemd, wordt bijna helemaal bedekt door dichte bossen van naaldbomen. Dit gebied wordt in het westen begrensd door Alaska en in het oosten door Labrador en Newfoundland. Veel grote, vleesetende wilde dieren komen in deze streek niet voor. De grootste is de beer (zie foto), die bovendien nog ander voedsel dan vlees tot zich neemt. Omdat beren betrekkelijk trage en slome schepsels zijn, jagen ze zelden op snelle hoefdieren die hun domein doorkruisen.
Gewoonlijk voeden beren zich met eetbare planten, kleine zoogdieren, vogels of eieren, insecten en vissen. Prairiewolven en gewone wolven, die beide eigenlijk roofdieren uit de prairie zijn, sluipen ook rond in de bossen. De lynx, nog een roofdier dat in deze streek voorkomt, kan zich dankzij zijn snelheid en geruisloze manier van voortbewegen, voeden met snelle dieren zoals hazen, eekhoorns, ruigpoothoenders en ratten.
Wat door al deze zoogdieren nog in leven wordt gelaten, loopt het risico aangevallen te worden door de altijd waakzame roofvogels : de langorige Laplandse uil, de kleine zaag-uil, de arenden, de valken en de haviken. Zee-arenden daarentegen voeden zich uitsluitend met vissen. Door hun enorme vleugels kunnen de arenden zich niet gemakkelijk bewegen tussen de dicht opeenstaande naaldbomen. Daarom zijn ze wel gedwongen in een fraaie zweefvlucht hun prooi af te wachten boven een open plek in het woud. Elk klein hert of knaagdier dat niet voldoende waakzaam is, wordt dan onmiddellijk het slachtoffer van de geduldig wachtende roofvogel. Op hun zoektocht naar voedsel beperken de arenden zich niet tot zoogdieren, maar ze draaien en fladderen ook rond de toppen van de bomen waar ze elke vogel die in paniek probeert weg te vliegen, met hun grote klauwen uit de lucht graaien. Haviken en sperwers, die veel kleinere vleugels hebben dan de arend en die ook veel wendbaarder en sneller zijn, beperken hun jachtterrein niet tot de open plekken. Deze roofvogels dringen door in de bossen waar hun slachtoffers, zoals kleinere vogels, knaagdieren en andere kleine zoogdieren, huizen.
Concurrenten van de roofvogels zijn de verschillenden leden van de familie van de marterachtigen. De kleine, slechts 17 tot 19 cm lange dwergwezel is de kleinste van alle vleesetende zoogdieren. In grootte is de dwergwezel slechts ��n vijfde van de afmetingen van zijn grootste familielid, de veevraat, die gemiddeld 75 cm lang kan worden.
Wezels kunnen zich bijzonder goed aanpassen aan verschillende woongebieden en ze zijn bereid alles te eten wat er maar beschikbaar is. Ze hebben een zachte stevige vacht, als bescherming tegen de kou. Verschillende familieleden van de wezel, zoals de nertsen en de marters, zijn door hun vacht bijzonder in trek in de bonthandel.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer