Rubberboa
De
Charina bottae leeft in bebost terrein,
naaldbossen, weiden en zandoevers van
riviertjes. Hij wordt 35 tot 84 cm lang.
Deze rubberboa dringt vrij ver in de gematigd
warme zone door. Hij is variabel van kleur, van
bruingeel tot olijfgroen, en door de verwarrende
gelijkenis tussen zijn brede snuit en stompe
staart wordt hij ook wel de tweekoppige slang
genoemd.
Deze kleine boa is een goede graver en zwemmer
en kan ook klimmen, waarbij hij zijn grijpstaart
gebruikt. Overdag verbergt hij zich onder rotsen
of boomstammen of graaft hij zich in in zand of
afgevallen blad. In de avondschemering en
tijdens de nacht is hij actief; hij jaagt op
kleine zoogdieren, vogels en hagedissen, die hij
door wurging doodt. In de nazomer krijgt het
wijfje twee tot acht levende jongen, die
vijftien tot 23 cm groot zijn.
|