Rubriek :
Historische figuren
Saddam Hoessein
Hoessein, Saddam,
ook Saddam Hoessein al-Takriti, vroeger Hoessein Saddam
al-Takriti geheten (Takrit 28 april 1937), Iraaks politicus,
sloot zich in 1957 bij de toen nog oppositionele Ba'thpartij
aan. In 1959 was hij betrokken bij een mislukte moordaanslag op
president Abdoel Karim Kassem, waarvoor hij bij verstek ter dood
veroordeeld werd. Hij verbleef als balling in Egypte tot hij in
febr. 1963 bij de staatsgreep van de Ba'thpartij naar Irak kon
terugkeren.
Saddam werd lid van het Regionaal Ba'thbestuur, maar de partij
werd onder het bewind van de gebroeders Aref (1963-1968) weer
verboden en hij werd in 1964 gearresteerd. Na zijn vrijlating
speelde hij een rol bij de staatsgreep van zijn oom generaal
Ahmed Hassan al-Bakr in juli 1968. Hij richtte de Volksmilitie
op, die het nieuwe Ba'thbewind in het zadel hield en werd in
nov. 1969 vice-president. Achter de schermen was hij in feite de
sterke man van Irak.
Na het aftreden van president al-Bakr werd Saddam in juli 1979
ook president van Irak, een functie die hij combineerde met het
premierschap en het opperbevel van de strijdkrachten. In sept.
1980 begon hij een oorlog tegen Iran (zie Eerste Golfoorlog),
gedurende welke hij geleidelijk meer toenadering zocht tot de
gematigder Arabische staten. Na de be�indiging van deze oorlog
in aug. 1988 trad hij hard op tegen de Koerden. De bewapening
die Saddam ambieerde, veroorzaakte begin 1990 ongerustheid in
het Westen.
In de zomer stelde Saddam Hoessein eisen aan het buurland
Koeweit, dat zijn troepen op 2 aug. 1990 bezetten. Ondanks druk
vanuit vrijwel de hele wereld, een VN-handelsembargo en ten
slotte een VN-ultimatum, weigerde hij Koeweit te ontruimen. In
de Tweede Golfoorlog werden zijn troepen uit Koeweit verdreven
en raakte Irak in een internationaal isolement. Zijn bewind
wordt gekenmerkt door een harde onderdrukking van binnenlandse
oppositie en geregelde zuiveringen in leger en partij, waardoor
hij zich, ondanks verloren oorlogen en opstanden van Koerden en
sji'ieten, wist te handhaven. Twee van zijn schoonzoons, die in
1995 Irak ontvluchtten, werden bij hun terugkeer in 1996
vermoord. Saddams invloedrijke zoon Uday raakte in 1996 ernstig
gewond bij een aanslag.