De
sa�ga
Orde
: Artiodactyla - familie : Bovidae - geslacht :
Saiga en soort : Saiga tatarica. De sa�ga is het
nauwst verwant aan de dwergantilopen en
gazellen, zoals de
Thomsongazelle in Afrika.
Met zijn stevige lijf, lange neus en hertenogen
lijkt de sa�ga op een vreemde mengeling van een
geit, een antiloop en nog was extra. Ondanks
zijn uiterlijk is hij een taaie grazer die
snelle roofdieren als de wolf eruit loopt en
indrukwekkende tochten maakt over onherbergzaam
terrein. Hij kan echter niet aan de mens
ontsnappen en wordt nu ernstig bedreigd,
hoofdzakelijk door de vraag naar zijn horens en
de meedogenloos oprukkende landbouw.
Sa�ga's zwerven rond op de steppen en in de
halfwoestijnen van Centraal-Azi�. Het grootste
deel van het jaar leven ze in kleine kudden van
maximaal veertig dieren. Overdag bewegen ze zich
onafgebroken voort over het boomloze terrein op
zoek naar voedsel. In sneeuwstormen kruipen ze
in holtes of bosjes tegen elkaar aan, maar bij
heel streng weer trekken ze naar het zuiden.
Tijdens deze trektochten kunnen ze wel 120
kilometer per dag afleggen. Ze bewegen zich snel
voort en halen gemakkelijk tachtig kilometer per
uur. Op de vlucht houdt een sa�ga zijn kop laag,
zodat zijn goed ontwikkelde snuit de stofwolken
kan filteren.
In de bronstijd vormen de beide sekse gemengde
kudden. De mannetjes beginnen een sterke geur af
te scheiden vanuit klieren in hun gezicht. Ze
worden territoriaal en ze proberen ieder wel
vijftien vrouwtjes bijeen te drijven om mee te
paren. De mannetjes vechten fel, waarbij ze hun
horens ineenhaken en brullen, maar de wedstrijd
vraagt een vreselijke prijs. Tegen het einde van
de bronst is zo'n negentig procent van de
mannetjes door uitputting of aan hun wonden
bezweken. In de lente trekken de mannetjes naar
de zomerweiden, terwijl de vrouwtjes
achterblijven. De meeste vrouwtjes bevallen nog
geen tien dagen na elkaar, zodat er een grote
kinderkamer op de steppe ontstaat. Een
pasgeboren lammetje kan na twee dagen al harder
lopen dan een mens, maar houdt zich de eerste
drie dagen gedeisd om zijn kracht op te bouwen.
Tijdens het lopen voedt de sa�ga zich met een
grote verscheidenheid aan laaggroeiende grassen,
kruiden en struiken. Zijn voedsel bestaat uit
meer dan 150 plantensoorten, waarvan sommige
giftig zijn voor huisdieren. Een sa�ga drinkt
graag en probeert dit 's zomers twee keer per
dag te doen.
In de laatste 150 jaar is het bergafwaarts
gegaan met de sa�ga als gevolg van menselijke
activiteiten. In de Oekra�ne komen geen sa�ga's
meer voor, en elders zijn de steppen omgespit of
omheind. Van 1991 tot 2001 nam de totale
populatie met tachtig procent af.
|