Satyrium
acaciae
De
kleine sleedoornpage komt voor van Midden-Europa
tot in Klein-Azi�. De vleugelspanwijdte van deze
uiterst kleine page is ongeveer tien mm. In zijn
verspreidingsgebied heeft hij voorkeur voor
gebieden met stenige hellingen waar lage
struiken aanwezig zijn. In kleine struiken van
de sleedoorn worden de eitjes gelegd. Het
vlindervrouwtje zoekt binnenin struik geschikte
plekjes om daar telkens een vijftal eieren bij
elkaar af te zetten. Die eitjes overwinteren. In
het voorjaar komen de vlindereitjes uit op het
moment dat ook de knoppen van de sleedoorn
uitlopen. Er is dan volop voedsel voor de
rupsjes. Er is ��n generatie per jaar. De
vlinders vliegen in juli.
|