|
Deze
soort uit de familie van de Scatophagidae komt voor in
de kustwateren van het tropische deel van de Indische en
de Stille Oceaan. Geheel volgroeid is hij ongeveer
dertig cm. lang. Hij leeft in zoet, brak en zeewater,
maar de volwassen exemplaren voelen zich het prettigst
in zeewater. De wetenschappelijke naam betekent 'eter
van uitwerpselen' : de vis bevindt zich dan ook vaak in
de buurt van afvoerkanalen en riolen. Hij is omnivoor en
in het aquarium eet hij allerlei soorten levend voer,
maar ook algen, sla, spinazie en in water gedrenkte
haverpap. De bek van deze vis is klein. Hij zwemt op een
zwaaiende manier, net als de koraalvissen. Het voedsel
wordt niet geheel verteerd in zijn darmkanaal, daarom
wordt het water vervuild door zijn uitwerpselen. Er
ontstaat zo een grote hoeveelheid vuil die u uit het
water verwijdert door het voortdurend te filteren.
|