Rubriek :
Plant - algemeen
Scheefkelk
De
scheefkelk of het plantengeslacht Arabis (afleiding onzeker; v.
Arabi�?) uit de Kruisbloemenfamilie. Er zijn ca. 100 soorten,
voorkomend op het noordelijk halfrond; vele horen in de bergen
thuis.
De ruige scheefkelk (A. hirsuta) komt ook in Nederland en Belgi�
voor, vooral op zand- en kalkgrond. Deze 30-90 cm hoge, meestal
ruwbehaarde, overblijvende plant heeft een wortelrozet van bijna
gaafrandige bladen, 5 mm lange witte kroonbladen (mei-juni) en
tegen de trosspil aangedrukte hauwen. In Belgi� komen in de
Kalkstreek nog twee andere, Midden-Europese soorten voor, nl. A.
muralis en A. pauciflora. Sommige soorten worden als tuinplant
geteeld, het meest algemeen is de randjesbloem of rijstebrij (A.
caucasica). Deze uit Zuid-Europa en Aziatisch Turkije
afkomstige, 10-40 cm hoge, zodevormende plant wordt veel in
rotstuinen en als perkafscheiding toegepast. Deze soort heeft
een wortelrozet van grofgetande bladen en 10-15 mm lange witte
kroonbladen.
De zandscheefkelk (Cardaminopsis arenosa) is een soort uit het
verwante geslacht Cardaminopsis. Deze komt in Nederland zeldzaam
voor in het Rijngebied, elders is de soort adventief. Het is een
10 tot 50 cm hoge, ruwbehaarde plant met een wortelrozet van
liervormige, veerspletige bladeren. De bloemen zijn lila of wit
(april-sept.).