Scheltopusik
De
Ophiosaurus apodus leeft in droge gebieden en
het karstgebergte. Hij wordt tot 120 cm lang.
Dit dier is de grootste soort van de
hazelwormfamilie. Het is een fors dier met korte
achterpootstompjes, dat veel op een slang
gelijkt. Het lichaam is vrij stijf, met stevige
beenplaatjes onder de gladde ruitvormige
schubben. Twee huidplooien met buigzame schubben
aan beide flanken maken uitzetting van het
lichaam mogelijk. Overdag en bij zonsopkomst en
zonsondergang jaagt hij op hagedissen, muizen en
andere kleine dieren, die hij met zijn krachtige
kaken doodt.
De mannetjes zijn vechtlustig in het
voortplantingsseizoen en ze concurreren fel om
partners. Het wijfje legt vijf tot zeven eieren
in een holletje onder een rots of boomstam. Ze
krult zich om de eieren heen en beschermt ze
tegen vijanden. Na ongeveer vier weken komen de
jongen, die dan ongeveer twaalf en een halve cm
groot zijn, uit het ei.
|