De
scholekster
Orde
: Charadriiformes - familie : Haematopodidae -
geslacht : Haematopus en soort : Haematopus
ostralegus. De scholeksterfamilie bestaat uit
maar ��n geslacht dat elf soorten telt.
Door zijn helderrode snavel en zwart-witte
verenkleed is de scholekster gemakkelijk te zien
terwijl hij door het water waadt, op zoek naar
lekkere hapjes uit de zee. Oesters hebben weinig
in te brengen tegen deze vindingrijke vogel, die
zijn lange snavel gebruikt om de schelpen open
te wrikken.
Scholeksters leven in grote groepen en zijn
gewoonlijk te vinden langs zeekusten of aan
modderige rivierbeddingen. De meeste vogels
trekken voor de winter naar het zuiden en de
vogels die in het binnenland leven, trekken naar
de kust. Ze keren jaar na jaar terug op dezelfde
plek. Scholeksters slaan geen vetreserves op en
overwinteren dan ook zelden op grotere afstand
dan zo'n achthonderd kilometer. Ze verdedigen
hun territorium met hoge, schelle kreten en
paren begroeten elkaar luidruchtig bij het
weerzien. Bij het baden steken ze hun kop onder
water en laten het water daarna over hun rug
lopen. Door een stukje te vliegen wordt het
verenkleed weer droog.
Scholeksters vormen paren voor het leven en
keren elkaar jaar terug naar dezelfde
nestelplaats. In een ondiepe kuil of geul in de
grond, soms omringd met takjes, schelpjes en
konijnenkeutels, legt het vrouwtje een broedsel
van grijsblauw gespikkelde en gevlekte eieren.
Aanvankelijk bebroedt het vrouwtje de eieren en
verdedigt het mannetje het territorium, maar
ongeveer een maand voordat de eieren uitkomen
neemt het mannetje haar taak over. Na een dag
zijn de snel ontwikkelende kuikens in staat om
vrijelijk rond de nestelplaats te scharrelen. De
ouders voeren de kuikens tot ze een half jaar
oud zijn. Na drie tot vier jaar keren de jongen
vogels terug naar hun oude nest om zich voort te
planten.
De scholekster heeft een zeer gevarieerd menu,
dat afhankelijk is van zijn leefomgeving.
Rotsige kusten verschaffen mosselen, zeeslakken
en krabbetjes en zandstranden bieden andere
schelpdieren met een dubbele schaal zoals
kokkels en oesters en ook zeepieren. In het
binnenland leven de vogels van wormen en
insectenlarven. De prooi wordt gevangen met de
hulp van een opmerkelijke snavel. In de punt van
de snavel bevinden zich zenuwuiteinden waardoor
die gevoelig genoeg is om diertjes in de modder
te ontdekken.
De scholekster is de enige vogel waarvan de
kuikens al na 24 uur uit het nest kruipen en die
volledig door de ouders worden gevoed tot ze
volwassen zijn. Hoewel de soort veelvoorkomend
is en veel populaties zelfs groeien, komt deze
overlevingstactiek waarschijnlijk toch voort uit
een zeer hoge sterfte bij kuikens. Naar
schatting wordt gemiddeld minder dan ��n kuiken
per ouderpaar volwassen.
|