De
Shepherd-dolfijn
De
Shepherd-dolfijn of Tasmacetus shepherdi.
Grootte : lichaamslengte mannetje acht tot negen
meter; wijfje tot 6,6 meter, mogelijk langer.
Gewicht : ongeveer 2450 kg. Uiterlijk : rug en
flanken donker, mogelijk gestreept, met licht
geelbruine of witte onderzijde. De onderkaak is
iets langer dan de bovenkaak; de over het geheel
smalle bek gaat over in een hellend voorhoofd.
Er zijn negentien kleine, flesvormige tanden in
beide helften van de bovenkaak en 26 in die van
de onderkaak. Het voorste paar onderkaaktanden
is bij de mannetjes groter dan bij de vrouwtjes.
Verspreidingsgebied : tot dusverre beperkt tot
het zuidelijk halfrond; gestrande exemplaren
zijn gevonden op het Zuideiland van
Nieuw-Zeeland, Chubut, Argentini� en op Isla Mas
Afuera, de Juan-Fernandezarchipel en een enkel
levend exemplaar is bij Nieuw-Zeeland gezien.
Deze mysterieuze kleine walvis werd pas in 1937
bekend door een stranding op ��n der eilanden
van Nieuw-Zeeland en tot 35 jaar later waren
slechts vier exemplaren bekend, alle uit
hetzelfde gebied. Nog twee exemplaren zijn thans
bekend van de oost- en westkust van Zuid-Afrika
zodat de Shepherd-dolfijn (de enige soort in
haar familie met een volledige rij tanden) een
walvis van de zuidelijke gematigde koele wateren
schijnt te zijn. Krab, vis en kaken van
pijlinktvis zijn in de maag van het Argentijnse
exemplaar gevonden. Verder is er weinig of niets
bekend over de biologie van deze soort.
|