Het
Siberisch muskushert
Orde
: Artiodactyla - familie : Moschidae - geslacht
: Moschus en soort : Moschus moschiferus. Het
Siberisch muskushert behoort tot deze familie,
net als zijn vier Aziatische verwanten. E�n
daarvan is het Himalaya-muskushert dat in
Afghanistan, Tibet en Centraal-China leeft.
Het is een aparte belevenis het Siberisch
muskushert met zijn slagtanden en
kangoeroeachtige kop en oren als een haas te
zien rondspringen in de bergachtige gebieden van
Noordoost-Azi�. Hoewel hij niet groter is dan
een doorsnee hond, is dit kleine en verlegen
dier gewild bij jagers vanwege de grote waarde
van zijn muskus.
Buiten de paartijd leeft het Siberisch
muskushert solitair. Het is een schuw dier dat
's nachts op voedsel uitgaat. Overdag slaapt
hij, diep verscholen in het bos. Om indringers
af te schrikken, bakent het mannetje zijn
territorium af met een geurspoor van muskus, dat
hij aanmaakt in een klier in zijn buik. Ook
verspreidt hij geuren met de hulp van klieren in
zijn voeten en zijn staart. Bovendien markeert
hij zijn territorium met urine en uitwerpselen.
Binnen zijn territorium benut een Siberisch
muskushert een reeks met zorg gebaande paden.
Zijn uitstekende gehoor waarschuwt dit dier
onmiddellijk als er gevaar dreigt. Als hij
schrikt, gaat hij er pijlsnel vandoor om aan
zijn aanvallers te ontkomen. Hij neemt grote
sprongen en blijft geregeld stilstaan om te
luisteren, voor hij verder rent.
Het leefgebied van een mannetje kan het
leefgebied van ��n tot drie vrouwtjes omvatten.
Zowel mannetjes als vrouwtjes communiceren door
geursporen achter te laten. Gedurende het
paarseizoen brengt het mannetje geregeld een
bezoek aan het vrouwtje om te paren. In juni of
juli trekt het vrouwtje zich terug om te werpen.
Ze zoekt een rustig plekje, vaak in dicht
struikgewas of onder de takken van een
naaldboom. Ze krijgt twee jongen die ieder
ongeveer vijfhonderd gram wegen en een
gespikkelde vacht hebben. De eerste drie tot
vier maanden voeden ze zich met haar melk. Om
niet ongewild de aandacht op hen te vestigen,
laat de moeder ze alleen, verborgen in het
kreupelhout, tot zijn ze weer komt voeden. Met
zes maanden zijn de jongen volgroeid.
Het Siberisch muskushert is een herbivoor of
planteneter. Hij eet een grote variatie aan
planten. Meestal grassen, mos en malse groene
loten, maar ook de kegelvormige vruchten van de
naaldboom, bladeren en de schors van sommige
bomen. 's Winters voedt het hert zich
voornamelijk met korstmossen, twijgen en
dennenappels. Er leven maar weinig Siberische
muskusherten in gebieden waar 's winters veel
sneeuw valt omdat voedsel daar nog moeilijker te
vinden is.
De benarde situatie waarin het Siberisch
muskushert zich bevindt is een gevolg van de
vraag naar muskus. Deze reukstof wordt gebruikt
in parfums, zeep en medicijnen. Elk volwassen
mannetje produceert zo'n 25 gram muskus, die
gewonnen kan worden zonder het dier te doden.
Maar de meeste jagers verwijderen liever de
volledige klier. De huidige populatie wordt
geschat op zo'n 36.000 herten, als resultaat van
de muskushandel.
|