| 
												 
													
															Slangenziekten 
															 
														
														Een slangenverzameling goed
															gezond houden is voornamelijk een zaak van
															beginnen met gezonde dieren in een op hen
															toegespitste omgeving. Hoewel zij last kunnen
															hebben van verschillende ziekten en parasieten,
															zijn slangen in het algemeen zeer sterke dieren,
															die vele jaren kunnen leven zonder een medische
															behandeling nodig te hebben. 
															Als het dier afkomstig is uit het wild is het
															zeer waarschijnlijk dat het een aantal in- en
															uitwendige parasieten met zich meedraagt. Een
															regelmatige schoonmaakbeurt en het voeren van
															schone, in de kooi gefokte knaagdieren
															doorbreekt gewoonlijk de levenscyclus van deze
															parasieten, zodat de slang waarschijnlijk na een
															maand of twee vrij is van alle infecties op
															plagen. 
															Er zijn een aantal symptomen die
															erop wijzen dat een slang niet gezond is :
														
													
												 
													- 
														
															
																Het weigeren van voedsel : dit
																hoeft niet noodzakelijk veroorzaakt te
																worden door infecties. Veel slangen lijden
																aan stress wanneer ze voor het eerst in een
																hok terechtkomen. Ze kunnen dan verscheidene
																weken lang voedsel blijven weigeren. Slangen
																vasten vaak wanneer ze op het punt staan te
																vervellen, mannetjes weigeren soms voedsel
																in het voorjaar wanneer ze meer in paren
																ge�nteresseerd zijn en veel slangen
																verliezen hun eetlust aan het einde van de
																zomer, wanneer ze zich voorbereiden op hun
																overwintering.
															
													  
													- 
														
															
																Braken : ook dit is niet
																altijd een teken van ziekte. Slangen braken
																soms hun voedsel na een dag of twee uit als
																de temperatuur te hoog of te laag is, als ze
																ruw behandeld worden of worden gestoord, of
																als het maal te groot was om te verteren.
															
													  
													- 
														
															
																Abnormale ontlasting :
																vloeibare of slijmerige ontlasting en
																uitwerpselen die groen van kleur zijn of
																vies ruiken, kunnen betekenen dat de slang
																lijdt aan een infectie van haar ingewanden.
																Roep dan medische hulp in. Wormen in de
																ontlasting duiden op een plaag.
															
													  
													- 
														
															
																Onvolledige vervelling : dit
																wordt vaak veroorzaakt door te droge
																leefomstandigheden, maar is soms een teken
																dat de gehele gezondheid van de slang te
																wensen overlaat.
															
													  
													- 
														
															
																Afwijkende bewegingen : door
																sommige ziekten kunnen de bewegingen van de
																slang afwijkend worden of ze kan
																onnatuurlijke houdingen gaan aannemen, ze
																kan bijvoorbeeld haar kop opgeheven houden
																alsof ze naar de lucht staart. Soms krijgt
																een slang een stuiptrekking. Deze problemen
																hebben vaak te maken met het centrale
																zenuwstelsel en worden soms veroorzaakt door
																ernstige plagen van parasieten. Vraag dus
																medisch advies.
															
													  
													- 
														
															
																Abnormaal gedrag : een slangenhouder
																die zijn dieren probeert te begrijpen, leert
																spoedig abnormaal gedrag te herkennen. Deze
																vaak subtiele gedragsveranderingen zijn
																meestal vroegtijdige signalen dat er iets
																aan de hand is. Het probleem kan vaak
																verholpen worden voordat het dier echt zoek
																wordt door eenvoudigweg de omstandigheden te
																controleren en zonodig aan te passen.
															
													  
												 
												 
											  |