Spitskopschubpoothagedis
De
Lialis burtoni leeft in halfwoestijn en
regenwoud, en wordt tot zestig cm lang.
Dit is de soort met het grootste
verspreidingsgebied van de schubpoothagedissen.
Hij kan leven in zulke tegengestelde milieus als
het regenwoud en de halfwoestijn. Hij leeft op
de grond onder graspollen of plantenafval. Zijn
kleur en tekening zijn zeer variabel, maar dit
hangt niet samen met zijn geografische
verspreiding; hij heeft altijd een bruine streep
aan beide zijden van de kop. De snuit is lang en
puntig. Deze hagedis is zowel overdag als
tijdens de nacht actief; hij eet insecten,
skinken en andere kleine hagedissen. De spitse,
naar achteren gebogen tanden stellen hem in
staat grote prooidieren te bemachtigen, die hij
grijpt met een snelle beet van zijn kaken en in
hun geheel doorslikt.
Terwijl andere 'slanghagedissen' gekkoachtige
blafgeluiden of zacht gepiep voortbrengen, laat
deze hagedis een langgerekte toon horen. Het
wijfje legt twee tot drie langwerpige eieren met
een perkamentachtige schaal.
|