De
spreeuw
Orde
: Zangvogels - familie : Sturnidae - geslacht :
Sturnus en soort : Sturnus vulgaris. De familie
der spreeuwen bestaat uit ongeveer 114 soorten
die in bijna elk werelddeel wel te vinden zijn.
Spreeuwen zijn de vandalen van de vogelwereld :
luidruchtig, agressief en opportunistisch. Grote
zwermen wervelen door de lucht terwijl ze in hun
ogenschijnlijk perfecte harmonie op open velden
naar eten zoeken. Hun zang is een krachtige
mengeling van trillers en fluittonen. Alle
soorten spreeuwen zijn uitstekende imitators en
ze kunnen zowel andere vogels nadoen, als ook
mechanische geluiden.
In april gaat een mannetjesspreeuw op zoek naar
een nestplaats. Hij zoekt een geschikte plek,
zoals een oud spechtennest of een gat in een
boom, klip of muur, en maakt daar een slordig
nest van gras, stro en takjes. Als hij klaar is,
begint hij luidkeels te zingen om een partner
aan te trekken en als de vrouwtjes dichterbij
komen, verandert zijn gezang in een trillende
roep. Na de paring bekleedt het vrouwtje het
nest met zacht materiaal, zoals gras, veren, wol
en mos, voor ze een aantal lichtblauwe eieren
legt. Zij broedt het meest, hoewel het mannetje
helpt, en hij vliegt tijdens voedseltochten vaak
met haar mee om haar tegen andere mannetjes te
beschermen. De jonge spreeuwen vliegen na
ongeveer drie weken uit.
Spreeuwen verzamelen zich bij het voedsel zoeken
in enorme zwermen. Vaak zitten ze met duizenden
tegelijk in weilanden, moerassen en in velden en
boomgaarden, waarbij ze kleinere vogels bij het
voedsel wegjagen. Als de schemering valt,
verzamelen ze zich opnieuw voor de nacht op
voorhanden zijnde plekken, zoals bomen of
telefoondraden. De mannetjes zitten in het
midden, waar het lekker warm is, en de vrouwtjes
zitten aan de buitenkant. 's Ochtends vliegen
kleine groepen met ongeveer drie minuten
tussentijd weg van de roestplaats om weer naar
voedsel te zoeken.
E�n van de geheimen van het succes van de
spreeuw is dat hij geen selectieve eter is. Hij
heeft zich aan verschillende leefgebieden
aangepast en eet gevarieerd. Als hij op de grond
op zoek is naar insecten, duwt hij zijn dichte
snavel in de grond of tussen stenen en open hem
daarna pas om een gat in het oppervlak te maken.
Op die manier kan hij insecten en larven in de
grond opsporen. De spreeuw vangt ook in de lucht
insecten zoals motten en langpootmuggen, en eet
fruit en bessen.
Spreeuwen kwamen oorspronkelijk alleen in Europa
en Azi� voor, maar hebben zich ook in veel
andere delen van de wereld gevestigd. Ze komen
nu zo veelvuldig voor dat ze in veel gebieden
als een plaag worden beschouwd.
|