Stekelranddrieklauw
De
Trionyx spiniferus leeft in rivieren en plassen
en wordt vijftien tot 45 cm lang.
De naam van deze schildpad slaat op de
kegelvormige uitsteeksels of knobbels op de
voorste rand van het rugschild. Op grond van min
of meer duidelijke knobbels worden ongeveer zes
ondersoorten onderscheiden. De wijfjes zijn
duidelijk groter dan de mannetjes.
Stekelranddrieklauwen zijn in hoge mate aan het
water gebonden; ze eten insecten,
rivierkreeftjes, wat vis en planten. De
voortplanting vindt plaats in de zomer; de
wijfjes leggen ongeveer twintig eieren.
|