De
streepstaartslang
De
streepstaartslang of Elaphe taeniura is het
grootste Aziatische lid van het geslacht en is
met haar lengte van twee tot 2,5 meter mogelijk
de grootste Elaphe ter wereld. Ze heeft een
slank lichaam en een smalle, sierlijke kop met
grote ogen. Er bestaat een verscheidenheid aan
vormen, waaronder ten minste zes ondersoorten,
waarvan E.t.friesei het meest verkrijgbaar is,
tenminste als in gevangenschap geboren jong
dier. De verscheidene ondersoorten kunnen
olijfgroen, bruin of koperkleurig zijn maar de
tekening is ingewikkelder. Het opvallendste
kenmerk is een zwarte streep die over het oog
loopt. De bovenkant van de kop en de nek zijn
effen, maar het voorstel deel van haar lichaam
heeft een tekening van smalle zwarte
dwarsstrepen. Verder naar achteren komen er op
de flanken even smalle overlangse strepen bij,
die geleidelijk breder worden totdat ze het
grootste deel van de flanken bedekken. Op deze
plek, het achterste deel van het lichaam en
staart, vervagen de dwarsstrepen en bestaat de
tekening uit een centrale gele, bruine of
bronskleurige streep die grenst aan opvallende
donkere strepen op de flanken. E.t.ridleyi uit
Maleisi� en Sumatra is interessant omdat ze in
grotten leeft en zich grotendeels voedt met
vleermuizen. Ze is lichtgrijs, bijna wit,
waarbij de tekening sterker is gestreept dan
bijvoorbeeld bij E.t.friesei. Bij alle
ondersoorten is de tong donkerblauw met
lichtblauwe randjes.
De fok is vrij eenvoudig : na een korte
afkoelingsperiode tot ongeveer vijftien graden
Celsius paren de dieren en het vrouwtje legt
ongeveer een maand later vijf tot tien eieren.
Deze komen na ongeveer zestig dagen bij 28
graden Celsius uit en de broedlingen zijn 35-40
cm lang. Ze eten meteen pasgeboren muizen.
|