De
struikpieper
De
Arthroleptis wahlbergi leeft in struikgewas aan
de kust en in het binnenland tussen bladafval en
lage begroeiing. Hij wordt tot drie cm lang.
Deze kleine, ronde kikker is een landbewoner.
Hij heeft korte poten, maar de tenen, met name
de derde van elke voet, zijn verlengd en zeer
geschikt om door dichte plantengroei naar prooi
te zoeken.
Het voortplantingsgedrag is ook aangepast aan
het landleven. De eieren, die omsloten zijn door
een stijf, gelatineus kapsel, worden tussen
rottende bladeren gelegd. Er is geen
larvestadium; de metamorfose vindt in het kapsel
plaats en de jonge kikkertjes komen na ongeveer
vier weken te voorschijn.
|