De
tarbot
De
tarbot of Scophthalmus maximus.
Beschrijving
Rugvin met 57-71 vinstralen, anaalvin met 43-52;
geen schubben.
Variabel van kleur, meestal zandkleurig tot
bruin met veel donkere vlekjes en stippen, ook
op de vinnen, inclusief de gehele staartvin.
Brede platvis met grote kop en grote bek.
Lichaam vrijwel rond. Ogen op de gepigmenteerde
linkerzijde. Kop en lichaam zonder schubben,
maar bedekt met vele, onregelmatig verspreide,
benige knobbeltjes op de gepigmenteerde zijde;
op de kop zijn deze knobbeltjes kleiner en
talrijker dan op het lichaam. Buikvinnen met
lange bases; eerste rugvinstralen slechts aan de
uiteinden zonder membraan.
Jonge tarbotten eten kleine kreeftachtigen zoals
garnalen. Na een lengte van tien cm wordt er
steeds meer vis gegeten : grondels, spieringen,
zandspieringen, kabeljauwachtigen en platvis.
Tarbotten langer dan dertig cm eten uitsluitend
vis.
Lengte
Maximaal 100 cm.
Verspreiding
Noordoost-Atlantische Oceaan, Noordzee en
Oostzee. Langs onze kust vrij algemeen.
|