Tayra
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
tayra is de enige soort in het geslacht Eira en
lid van de onderfamilie van de wezels,
Mustelidae. Met zijn ongewoon lange poten en
harige staart lijkt de tayra op een tropische
boommarter of nerts. Dit Zuid-Amerikaanse
zoogdier sluipt het grootste deel van de dag
door de bomen of springt opvallend lenig van tak
naar tak. Op andere momenten kan men hem grillig
zigzaggend door het struikgewas zien rennen.
Over het voortplantingsgedrag van de tayra is
niet veel bekend. Hij is polygaam, wat betekent
dat het mannetje met meer dan ��n vrouwtje
paart. Hij lijkt ook geen vast paarseizoen te
hebben. Dit dier nestelt in boomholtes, hoog
gras of soms in het verlaten hol van een ander
dier. Veel leden van de wezelfamilie verlengen
de draagtijd via uitgestelde innesteling, zodat
de jongen geboren worden in een tijd van het
jaar waarin ze de grootste kans op overleven
hebben. Zo niet de tayra : tayrajongen komen
direct na een draagtijd van ongeveer twee
maanden ter wereld. Het vrouwtje krijgt twee tot
vier kleine jongen van ongeveer 80 gram elk. Hun
ogen blijven vier weken dicht en gedurende deze
tijd worden ze door hun moeder gezoogd. Als ze
twee tot drie maanden oud zijn, gaan ze samen
met hun moeder op stap om voedsel te zoeken.
De tayra is een lenige klimmere, renner en
zwemmer die in zijn leefgebied, het regenwoud,
rap aan roofdieren weet te ontsnappen. Hij
schiet razendsnel tussen de struiken door tot
hij een boom heeft gevonden waar hij snel in
klautert, en vaak waant hij zich pas op tien
meter hoogte echt veilig. Hij springt als een
aap van de ene boom in de andere, waarbij hij
met zijn lange staart het evenwicht bewaart. Op
de grond loopt hij met kromme rug en dat ziet er
wat onhandig uit, maar boven in de takken oogt
hij als een snelle, geroutineerde acrobaat. Hij
heeft een woongebied van rond de negen vierkante
kilometer, dat hij aangeeft door de paden en
bomen te markeren met urine en een muskusachtige
geur. Dit verdraagzame dier wordt alleen, met
een partner of in klein familieverband
aangetroffen.
De tayra gaat zowel tijdens de nacht als overdag
op jacht en eet vrijwel alles wat in het woud
voorhanden is. Hoewel hij een carnivoor
(vleeseter) is, is hij niet erg kieskeurig. Hij
eet het liefst kleine dieren zoals ratten,
muizen en zelfs konijnen en eekhoorns, maar eet
ook fruit dat hij in de bomen aantreft. Hij valt
ook vogels, ongewervelde dieren en reptielen
zoals hagedissen aan.
De tayra weet zich zo goed te handhaven in door
mensen bewoond gebied, dat hij her en der in
Zuid-Amerika zelfs ��n van de meest voorkomende
carnivoren is. Anders dan bij sommige van zijn
verwanten, zoals de sabel- en de vismarter, is
er op hem niet vanwege zijn vacht gejaagd. Toch
zijn in Mexico de tayrapopulaties flink
uitgedund als gevolg van de toegenomen landbouw,
de jacht en de aantasting van het woud.
|