De
Thymelicus lineola of zwartsprietdikkopje
Deze
vlinder komt voor in noordelijk Afrika, Europa,
Azi� en Noord-Amerika. De nauw verwante
Thymelicus sylvestris, het geelsprietdikkopje,
is alleen te onderscheiden aan de gele onderkant
van het uiteinde van de antennes. Het klein
uitgevallen zwartsprietdikkopje is een vrij
algemene verschijning in graslanden en in
wegbermen. De dichtheid aan vlinders kan in
zulke terreinen bijzonder hoog zijn. Vrouwtjes
van dit dikkopje leggen in augustus hun eitjes
in groepen bij elkaar op aren van grassen. Het
eitje overwintert daar. In het voorjaar, als de
grasplanten jonge scheuten ontwikkelen, komende
rupsjes uit het ei te voorschijn. Een grote
verscheidenheid aan grassen dient als
voedselplant voor de rupsen. Die zijn in twee
maanden volgroeid en verpoppen. Het popstadium
duurt nog geen drie weken. De vlinders vliegen
in ��n generatie in juli en augustus.
|