De
tijgerhaai
Orde
: Carcharhiniformes - familie : Carcharhinidae -
geslacht : Galeocerdo en soort Galeocerdo cuvier.
De tijgerhaai behoort tot de
Carcharhinidae-familie, net als de witpunthaai
en de stierkophaai.
De tijgerhaai, berucht om zijn gewelddadigheid,
valt van onderen aan, zet zijn tanden in zijn
nietsvermoedende prooi en sleurt hem naar
beneden naar een watergraf. Na de grote witte
haai maakt hij het meeste slachtoffers, hoewel
hij zich meestal voedt met vis. Hij zwemt graag
in kuststreken en riviermondingen in warm, zout
water en grijpt alles wat hij tegenkomt : van
een leeg blikje tot de onfortuinlijke zwemmer in
zee.
De tijgerhaai, hoe gevaarlijk ook, wordt maar
zelden gesignaleerd. Overdag zwemt hij meestal
buiten de kust op een diepte van 140 meter, in
de buurt van de continentale plateaus waar de
oceaanbodem steil afloopt. Als het begint te
schemeren (soms ook overdag) zwemt hij
riviermondingen en lagunes in, op zoek naar
eten, en doorkruist ondiep water rond stranden,
eilanden en riffen. Deze soort trekt veel en
legt grote afstanden af om de warme
oceaanstromingen te volgen, zoals de Golfstroom
die door de Atlantische Oceaan loopt. De
tijgerhaai lijkt meer dan de andere
haaiensoorten op zijn prehistorische voorvaderen
vanwege de vorm van zijn tanden, en doordat hij
zoveel verschillende soorten voedsel eet.
Volwassen haaien hebben geen natuurlijke
vijanden en staan aan de top van de
voedselketen.
Als de nacht valt zwemt de tijgerhaai dicht
onder het wateroppervlak naar de kust, op zoek
naar eten. De helft van zijn voedsel bestaat uit
vis, waaronder haaien, roggen en zelfs volwassen
soortgenoten. De rest van zijn voedsel is
afhankelijk van het seizoen en zijn omgeving,
maar bevat meestal zeevogels en pijlinktvissen.
Zijn driehoekige tanden zagen dwars door de
schilden van zeeschildpadden heen en glijden
door het vlees van zeehonden, dolfijnen en
walvissen. Ook kwallen, pijlstaartroggen en
zeeslangen zijn voor hem een lekker hapje. Deze
stroper eet mensen en huisdieren als hij de kans
krijgt en verder alle mogelijke afval die hij in
het water vindt.
De laatste twintig jaar is men gaan inzien dat
de tijgerhaai een belangrijk deel is van het
ecosysteem. De mens is zijn grootste bedreiging.
Zijn vlees wordt gegeten of tot vismeel verwerkt
en hij is dikwijls het slachtoffer van 'vinnen',
waarbij zijn vinnen afgesneden worden voor
haaienvinnensoep. Hoewel de tijgerhaai minder
bedreigd wordt dan andere soorten, is hij toch
kwetsbaar door overbevissing.
In de paaitijd zijn tijgerhaaien strijdlustig en
agressief. Tijdens het paaien houdt het mannetje
het vrouwtje vast met vinnen die grijporganen
worden genoemd. Het vrouwtje bewaart het sperma
en laat het in de zomer los om haar eitjes te
bevruchten. Die worden in het vrouwtje
uitgebroed en de embryo's ontwikkelen zich
ongeveer zestien maanden of tot aan de volgende
septembermaand. De jongen zijn bij de geboorte
50 tot 90 cm lang en groeien een aantal jaren
wel 25 tot 30 cm per jaar.
|