Rubriek :
Historische figuren
Titus Maccius Plautus
Plautus, Titus
Maccius (of Maccus) (Sarsina, Umbria, v��r 250 - Rome 184 v.C.),
Latijns blijspeldichter, kwam op jeugdige leeftijd naar Rome,
waar hij, na als theaterknecht, koopman en molenaarsknecht
gewerkt te hebben, erin slaagde met het schrijven van komedies
in zijn onderhoud te voorzien. De stof ervoor ontleende hij aan
de blijspelen van de Nieuwe Attische Komedie, die hij door het
(meesterlijk) gebruik van de Latijnse volkstaal, het
transponeren van de handeling naar Romeinse toestanden, het
invoegen van gedeelten gezongen tekst (zgn. cantica) en het
samenvoegen van stukken uit verschillende komedies, tot
originele scheppingen wist te maken. Zijn stukken hebben een
uitgesproken komisch karakter; ondanks de enigszins stereotiepe
gegevens zijn de karakters, met name van de mannenfiguren,
uitstekend getekend. Plautus is de oudste Latijnse auteur wiens
werk volledig is overgeleverd; in de oudheid waren er 130
stukken onder zijn naam in omloop (een duidelijke aanwijzing
voor zijn populariteit), waarvan Varro er 21 als echt
beschouwde. De invloed van Plautus is in de middeleeuwen, toen
zijn werk op de Latijnse scholen werd gelezen en vaak ook
gespeeld, zeer groot geweest. Typen als de snoevende krijgsman
uit zijn Miles Gloriosus handhaafden zich o.a. in de commedia
dell' arte en vanaf de 15de eeuw hebben talrijke auteurs zich
door zijn blijspelen laten inspireren: zo vormde Amphitruo het
voorbeeld voor Moli�res Amphytrion (1668), Aulularia voor Hoofts
Warenar (1617), Menaechmi voor Shakespeares Comedy of errors
(1592?). Behalve als grootste Latijnse komediedichter is Plautus
ook van belang omdat zijn werk de voornaamste bron vormt voor de
kennis van het archa�sch Latijn.