Transvaalse pootjesslang
De
Chamaesaura aenea leeft in grasland en wordt
veertig cm lang.
Deze slangvormige hagedis heeft een langwerpig
lichaam met een staart die ongeveer driekwart
van de totale lengte uitmaakt. De poten zijn
klein, met elk vijf tenen; de andere drie
soorten van dit geslacht hebben hoogstens twee
tenen per poot en bij de grootschubpootjesslang
zijn de voorpoten geheel verdwenen.
Pootjesslangen zijn overdag actief en bewegen
zich snel door het gras met slangachtige
bewegingen van het lichaam, vaak met kop en
voorpoten van de grond geheven. Ze eten
insecten, spinnen, wormen en andere kleine
ongewervelde dieren. De twee tot vier jongen
ontwikkelen zich in het lichaam van het wijfje;
ze breken uit hun zachte schalen, zodra de
eieren naar buiten komen.
|