De
tuimelaar
Orde
: Cetacea - familie : Delphinidae - geslacht :
Tursiops - soort : Tursiops truncatus.
Dit slimme waterzoogdier heeft naar verluidt
heel wat schipbreukelingen het leven gered en
wordt beschouwd als een echte mensenvriend. De
tuimelaar is de grootste dolfijn met een snuit,
die bij hem kort en stomp is en op de bovenkant
van een fles lijkt. Er wordt verondersteld dat
tuimelaars erg intelligent zijn. Ze leven in
sociale groepen, scholen genoemd, en ze
communiceren met elkaar via typische fluittonen,
klikgeluiden en lichaamstaal.
De belangrijkste paartijd is van maart tot
april. Dolfijnen vormen kortstondig een paar
zodra het mannetje voorkeur vertoont voor het
gezelschap van een bepaald vrouwtje. Bij de
balts kan het er wild aan toegaan, met veel
krachtige kopstoten. In de Europese wateren
worden de kalveren hartje zomer geboren en in
Florida van februari tot mei. De band tussen
moeder en kalf is heel sterk. Men heeft
vrouwtjes dode kalveren naar het wateroppervlak
zien ondersteunen, alsof ze ze wilden laten
ademen.
Hoewel hij nog vrij algemeen voorkomt, is de
tuimelaar her en der bijna uitgeroeid. In
sommige gebieden wordt jacht op hem gemaakt
vanwege zijn vlees en andere lichaamsdelen, en
in de Grote Oceaan verdrinkt hij vaak in
tonijnnetten, hoewel er steeds vaker met
dolfijnvriendelijke netten wordt gevist. Onlangs
ontstond ongerustheid over geluiden die mensen
op zee maken (zoals sonar op schepen), die het
vermogen van walvissen en dolfijnen om zich te
voeden, te navigeren en te communiceren,
verstoren.
Verwante tuimelaars trekken vaak samen op in
kleine groepen van zo'n tien dieren aan de kust
tot 25 op zee, al heeft men ook scholen van
vijfhonderd dieren gezien. Binnen zo'n school
gaan soortgenoten meestal met elkaar om. Soms
zie je de tuimelaar in de boeggolf van een schip
zwemmen en dan een paar meter uit het water
springen, waarna hij een platte duik maakt. Hij
slaapt zo'n acht uur per dag, zwemt twintig
kilometer per uur, kan 300 meter diep duiken en
kan twintig minuten onder water blijven. In de
paartijd leveren de mannetjes felle gevechten om
de vrouwtjes.
In het wild voeden tuimelaars zich dagelijks met
zo'n acht tot vijftien kilo inktvis, garnalen,
paling en andere vis. Vaak jagen ze in
teamverband, waarbij ze kleine vissen voor zich
uitdrijven en de afvallers eruit pikken. Soms
volgen ze garnalenvissers om zich te goed te
doen aan de restjes. De jachtmethode kan per
gebied enorm verschillen. In de Golf van Mexico
zijn tuimelaars waargenomen die vis bewusteloos
slaan door ze met hun staartvinnen de lucht in
te gooien en daarna van het water te plukken.
Volgens sommige onderzoekers kunnen ze zelfs hun
prooi verdoven door harde geluiden te
produceren.
|