Tuinhommel
Deze
hommel lijkt qua kleur en grootte sterk op de
aardhommel, maar hij heeft meestal drie gele
ringen in plaats van twee. Een duidelijk kenmerk
is de lichtgele onderzijde en de lange kop van
het diertje.
Verspreiding : in heel Europa bij bosranden, in
struweel (zowel in vlakten als in bergstreken).
De snuit is even lang als het lichaam. De
tuinhommel kan daarmee aan nectar komen op
plaatsen die voor andere hommels onbereikbaar
zijn. Tuinhommels zijn belangrijke bestuivers
voor klaver en fruitbomen. Ze bouwen een nest in
de grond of op plaatsen waar de regen niet bij
kan (ook in gebouwen). Men kan deze soort ook
gemakkelijk in korven lokken. In de herfst kan
een nest wel vierhonderd hommels herbergen. De
mannetjes verschijnen vanaf augustus.
|