Rubriek :
Dier - algemeen
Twee zuidelijke woestijnen
Het zuidwesten van
Afrika bestaat grotendeels uit woestijn of halfwoestijn. In het
meest bekende gedeelte van dit gebied, de Kalahari-woestijn, is
nog enige plantengroei. Men zou dat gebied het beste als een
woestijnsteppe kunnen aanduiden. Het Karoo-plateau beslaat het
grootste deel van de zuidwestpunt van Afrika. Het is een droog
gebied, waarvan de rotsen en stenen na de regentijd begroeid
zijn met schitterende bloemen. De Namib-woestijn is een woestijn
in de ware zin van het woord. Hij bestaat in het noorden uit
steengruis. In het zuiden is het een zandwoestijn met
zandduinen, waarvan sommige driehonderd meter hoog zijn.
De
Namib-woestijn beslaat een smalle strook langs de Atlantische
kust met een lengte van bijna tweeduizend kilometer. Het klimaat
in de Namib wordt bepaald door de nabije zee. Er staat een koude
golfstroom langs de kust. De Namib is daardoor net als de
Chileense en Peruviaanse kustwoestijnen een koude woestijn. De
koude golfstroom trekt overeenkomstige diersoorten aan, als die
langs de kusten van de Zuidamerikaanse woestijngebieden leven,
zoals de zuidelijke pelsrob of zeebeer en pingu�ns. De in Afrika
levende pingu�n is de zwartvoetpingu�n. Men heeft in dit gebied,
net als in Zuid-Amerika, een guano-industrie (kunstmest).
De op het oog zo dorre Namib-woestijn bevat een onverwacht rijk
en gevarieerd dierenleven. Er leven typische woestijnbewoners
als schorpioenen, gekko's met waaiervormige verbrede poten, zich
zijdelings voortbewegende pofadders en Namibische
rotshagedissen. In het steenachtige deel van de woestijn in het
noorden, leven klipspringers, rotsklipdassen, berghazen en
Hartmann's bergzebra's. Deze ondersoort van de bergzebra telt nu
nog maar enkele duizenden exemplaren meer. Neemt men geen
beschermende maatregelen, dan lopen deze dieren het gevaar uit
te sterven.
Door het aan elkaar grenzen van zee en woestijn leven er in de
Namib veel vogelsoorten, bijvoorbeeld zandhoenders, sterns en
valken. De zoutvlakten waar de zee en het woestijnzand elkaar
ontmoeten, vormen een ideale woonplaats voor waadvogels als
flamingo's, terwijl de stranden meer dan voldoende voedsel
bevatten voor kustvogels, zoals de scholekster. De opzichtige,
oranje snavel van deze vogel die eruit ziet als een beitel, is
niet alleen uitstekend geschikt om slakken van de rotsen te
pakken en de schelpen van oesters open te breken die het
hoofdvoedsel van de scholekster vormen, maar hij kan er ook mee
in het zand graven om af en toe een wormpje te verschalken.
(foto : Temminck-renvogel)