Rubriek :
Historische figuren
Vaclav Havel
Havel, V�clav (Praag
5 okt. 1936), Tsjechisch schrijver en staatsman, was een
prominent figuur in het verzet tegen het communistische regime.
Wegens zijn liberaal-burgerlijke afkomst werd het hem na de
machtsovername door de communisten in 1948 moeilijk gemaakt een
studie te volgen: hij volgde een avondgymnasium en studeerde aan
de Technische Hogeschool in Praag (1955-1957). Uiteindelijk werd
hij producent en dramaturg aan het Praagse Theater Op de
Balustrade. In 1960 publiceerde hij zijn eerste korte verhalen,
gedichten en essays. In 1963 volgde zijn eerste toneelstuk
Zahradn� slavnost (in Nederland opgevoerd o.d.t. Het tuinfeest,
1966), dat zijn doorbraak betekende. Hierin en in volgende
stukken als Vyrozum�n� (1965, = Het memorandum; Ned. vert.: Het
rondschrijven, 1966) en Zt�"en� mo"nost soustred�n� (= Beperkte
concentratiemoeilijkheid, 1968; Duitse vert. 1968; Eng. 1972)
stelt hij met gebruikmaking van elementen uit het absurd toneel
de verstarring van het maatschappelijk leven binnen een onvrij
systeem aan de kaak. In 1967 behaalde Havel zijn diploma van de
theaterfaculteit van de Academie van Muziekkunst. Een jaar later
trad hij toe tot de club van niet-ge�ngageerde niet-partijleden
en tot de club van onafhankelijke schrijvers. Eind 1968 werd
Havel, een actief pleitbezorger van de liberaliseringspolitiek
van de 'Praagse Lente' een voor heel Oost-Europa geldend
publicatie- en opvoeringsverbod opgelegd. Elders hadden zijn
stukken veel succes, o.a. in Oostenrijk waar diverse premi�res
gingen en dat hem in 1969 de Staatsprijs voor Europese
Literatuur toekende.
Vanaf 1969 werkte Havel in tal van beroepen, o.m. als arbeider
in een brouwerij in Trutnov. Hij was een van de oprichters van
de mensenrechtenbeweging Charta 77, waarvan hij de eerste
woordvoerder was. Tevens was hij lid van het Comit� voor ten
onrechte vervolgden (VONS) en van de PEN-club van verscheidene
Europese landen. In 1979 werd hij wegens zijn politieke
activiteiten gevangengezet; dankzij internationale druk werd hij
in 1983 vervroegd vrijgelaten. Uit die tijd dateren de
filosofisch getinte, aan zijn vrouw gerichte Dopisy Olze (1984;
Ned. vert.: Brieven aan Olga, 1986). In het avondvullende stuk
Largo desolato (1985; Ned. uitvoering 1987), opnieuw een
aanklacht tegen de dictatuur van de politiestaat, heeft hij zijn
persoonlijke ervaringen in de gevangenis verwerkt. In de periode
1970-1989 werd Havel driemaal tot gevangenisstraffen
veroordeeld. Hij bracht in totaal vijf jaar in gevangenschap
door. In 1982 ontving hij een eredoctoraat van de universiteit
van Toulouse, in 1986 de Erasmusprijs, in 1989 de Vredesprijs
van de Duitse Boekhandel en de Olof Palme-prijs.
In nov. 1989 was Havel een van de voormannen van het
Burgerforum, de organisatie die verantwoordelijk was voor de
vreedzame omwenteling in Tsjechoslowakije. Op 3 december werd
hij gekozen tot voorzitter van de eerste niet-communistische
schrijversbond en op 29 dec. 1989 werd Havel gekozen tot
president van Tsjechoslowakije. Na de stembusoverwinning van de
Slowaakse nationalisten (juni 1992) trad hij af. Op 1 jan. 1993
werd hij president van de op die datum onafhankelijke staat
Tsjechi�.