Vale
vleermuis
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
vale vleermuis is verwant aan de kleinere
'kleine myotis'. De vale vleermuis behoort tot
de familie Vespertilionidae. Met zijn
muisachtige oren, stevige lijf en leerachtige
vleugels is de vale vleermuis ��n van Europa's
herkenbaarste en grootste vleermuizen. Het zijn
sociale maar teruggetrokken levende zoogdieren,
die in grote kolonies leven en overwinteren.
Duizenden verzamelen zich op goed verborgen
plekken zoals grotten, ver weg van de bemoeienis
van de mens.
Tijdens de gure wintermaanden bewaart de vale
vleermuis waardevolle energie door een periode
van diepe slaap in te gaan. De vleermuizen
trekken naar hun slaaphol in de winter, en
verzamelen zich daartoe in grote grotten, mijnen
en tunnels die niet meer gebruikt worden, en
blijven daar tot de lente. Dan komen ze uit hun
schuilplaatsen en trekken weer naar hun
zomerverblijfplaatsen, soms wel 250 kilometer
ver weg. Daar vormen de vrouwtjes grote
kolonies, vaak op de zolders van schuren of oude
gebouwen. Mannetjes vormen kleine groepen en
verblijven ook wel in bomen. Overdag houden deze
kleine dieren zich schuil op donkere plekken,
maar als de duisternis inzet, zwermen ze uit, op
zoek naar voedsel. Als alle andere
vleermuissoorten vinden ze hun weg met de hulp
van echolokatie. Ze zenden hoge tonen uit en
gebruiken de echo die terugkaatst van objecten
om zich een 'beeld' te vormen van hun omgeving.
Hoewel vale vleermuizen in een aantal landen nog
veel voorkomen, zijn ze in Noordwest-Europa
ofwel bedreigd of zelfs al uitgestorven. Dit is
onder meer veroorzaakt( door de vernietiging van
hun verblijfplaatsen. Het gebruik van
insecticiden heeft hun voedsel aangetast en
heeft gezorgd voor een daling van de aantallen
en vari�teiten aan insecten die ze eten. Maar in
een aantal landen is de vleermuis nu beschermd
en beginnen de populaties zich te herstellen.
De vale vleermuis eet alleen in de warme
zomermaanden, als er ruimschoots insecten voor
zijn dagelijkse menu voorhanden zijn. Hij jaagt
vooral in bosrijke gebieden, maar wordt ook wel
eens in parken, weiden en dorpen gesignaleerd,
op zoek naar malse kevers of andere smakelijke
insecten zoals motten. Hij jaagt ook op dieren
die op de grond leven, zoals mestkevers,
sprinkhanen en spinnen en plukt ook wel prooi
van het wateroppervlak af. Tussen zijn vangsten
door houdt hij korte pauzes, waarbij hij
ondersteboven aan een tak gaat hangen om zijn
maaltijd te verteren.
Na gepaard te hebben in de herfst, begint de
vale vleermuis aan een winterslaap. Het vrouwtje
werpt tussen maart en juni, na een draagtijd van
maximaal zeventig dagen, een lichtgekleurd jong.
In sommige leefgebieden is een geboortepiek in
juni waar te nemen, als er veel voedsel te
vinden is. De jongen worden gezoogd tot augustus
of september, wanneer ze groot genoeg zijn om
voor zichzelf te zorgen. Als ze nog maar drie
tot vijf weken oud zijn, kunnen jonge
vleermuizen al vliegen.
|