De
vechtarend
Orde
: Falconiformes - familie : Accipitridae -
geslacht : Polemaetus en soort : Polemaetus
bellicosus. De vechtarend behoort tot de familie
der Accipitridae van haviken en adelaars.
Met zijn bijzonder goede gezichtsvermogen,
krachtige poten en scherpe snavel en klauwen is
de vechtarend een even geducht als bedreven
roofdier, dat dieren kan doden die groter zijn
dan hemzelf. Deze imposante vogel, de grootste
arend van Afrika, brengt een groot deel van zijn
tijd zwevend door op hoge thermiekbellen en kan
op kilometers afstand een prooi waarnemen, om er
dan op af te schieten.
Overdag, zodra de lucht opwarmt, zweeft de
vechtarend op grote hoogte op warme
luchtstromen. Over het algemeen vliegt hij zo
hoog dat hij vanaf de grond vrijwel onzichtbaar
is. Vanuit deze uitkijkpost jaagt hij op zijn
dagelijkse maaltijd. Vroeg in de ochtend en laat
in de middag als hij niet in de lucht is, daalt
hij neer op een boom, strijkt zijn veren glad en
houdt een oogje in het zeil in zijn territorium.
Vooral tijdens de paartijd verdedigen
vechtarenden hun territorium fel en agressief,
met name het gebied rond hun nest. Hoewel hij
geen trekvogel is, kan deze arend tijdens de
jacht enkele honderden kilometers afleggen.
Het menu van dit roofdier varieert van streek
tot streek, maar zonder vers gedood vlees kan
hij niet. Soms vormen gevederd wild en
watervogels de belangrijkste prooi. Andere
vechtarenden eten liever zoogdieren zoals hazen,
klipdassen, mangoesten of zelfs kleine
antilopen. Vechtarenden jagen van zo'n grote
hoogte dat hun prooi hen niet kan zien als ze
zich met een snelheid van ruim negentig
kilometer per uur naar beneden storten. Om te
kunnen landen remmen ze krachtig af door hun
vleugels en staart te spreiden. Ze doden hun
prooi zowel met hun poten en klauwen, als met
welgerichte pikken naar de kop en nek. Voor ze
hun prooi naar het nest brengen, onthoofden ze
die eerst. Bij vogels verwijderen ze eerst de
veren.
Vechtarenden zijn monogaam en vormen paren voor
het leven. Het vrouwtje kiest de nestelplaats
uit, veel boven in een boom, en bouwt ook
grotendeels het nest. De stevige, ruime opbouw
bestaat uit dikke takken met een binnenbekleding
van groene bladeren. Daarna legt ze ��n ei en
broedt het in zo'n vijftig dagen uit, waarbij
het mannetje het soms van haar overneemt. Het ei
komt vroeg in het droge seizoen uit, zodat de
jonge vogel in het natte seizoen, als er genoeg
voedsel is, veren krijgt. Zo'n drie maanden
later verlaat de jonge vogel het nest.
Omdat de vechtarend bovenaan de voedselketen
staat, wordt hij in onderzoeken gebruikt als
indicator voor de stand van het milieu in zijn
gebied. Deze Afrikaanse roofvogel is
wijdverspreid, maar komt in zijn
verspreidingsgebied in kleine concentraties
voor. Hij wordt niet direct als bedreigd
beschouwd, al wordt er in landbouwgebieden, waar
hij op vee en gevogelte jaagt, wel jacht op hem
gemaakt.
|