Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Venkel
Foeniculum
vulgare.
Venkel is een tweejarig wortelgewas waar de ��n tot twee meter
hoge, gladde, ronde, blauwachtige, fijngestreepte en knoestige
stengel uit opschiet. De bladeren zijn blauwachtig groen en de
blaadjes flinterdun. De grote bloemschermen zijn goudgeel,
zonder kelkbladeren. De ietwat platte vruchten zijn geribbeld.
De bloeitijd duurt van juli tot oktober en in de periode
september/eind oktober rijpen de zaadjes. In het eerste jaar
wordt de venkel dun op een zaaibed uitgezaaid en met aarde
afgedekt. In de herfst wordt de plant afgesneden en in het
voorjaar met veertig cm tussenruimte op haar definitieve plaats
uitgeplant. De rijping van de vruchten is geen gelijkmatig
proces en op een enkele plant kunnen zij zich in verschillende
ontwikkelingsstadia bevinden. Geoogst worden uitsluitend de
rijpe, bruine delen van de plant. Het oogstgoed wordt behoedzaam
gedroogd omdat de vruchten gemakkelijk uit de
bloemschermen loslaten. De temperatuur mag bij het drogen niet
hoger dan 35 graden C. zijn. Venkel wordt in Frankrijk,
Duitsland, Itali�, Polen en Roemeni� verbouwd, maar eveneens in
Rusland, China, Japan en in Noord- en Zuid-Amerika. In geen
enkele kruidentuin mag venkel ontbreken. De blaadjes van de
venkel kunnen in salades en vullingen worden gebruikt en kunnen
vissoepen en vissauzen op smaak brengen. De finocchio, een
bijzonder soort venkel met verdikte knol, wordt in Itali� en ook
in Duitsland gebruikt. De vruchten worden, net als anijs,
gebruikt om brood te kruiden, om er gebak mee te bestrooien en
bij het inleggen van augurken en groenten; venkel doet het goed
bij groentengerechten. De Italianen bestrooien er graag hun
gegrilleerd vlees mee. Venkelthee is als huismiddeltje bekend
tegen maagpijn en winderigheid. Gemengd met honing wordt
venkelolie industrieel tot hoestbonbons verwerkt.