Rubriek :
Ziekten en
aandoeningen overzicht
Ventrikelseptumdefect (aangeboren)
Algemeen
Het Ventrikelseptumdefect, of afgekort VSD, is een aangeboren
hartafwijking. In de volksmond spreekt men over een gaatje in
het hart. Het woord ventrikel is het Latijnse woord voor kamer,
septum voor tussenschot en defect wordt in het medisch
taalgebruik aangewend voor een ontbrekend stuk of gat. Een VSD
is dus een gat in het tussenschot dat de twee hartkamers
scheidt.
Klachten
Of uw kind last krijgt van het gaatje in het hart is afhankelijk
van de grootte. Veel gaatjes in het hart zijn maar klein,
maximaal enkele millimeters groot. De hoeveelheid bloed die door
het gaatje wordt geperst is dan ook klein. Het hart en de longen
merken het extra werk niet eens. Het kind is in dat geval vrij
van klachten. Wel is bij hem of haar de hartruis hoorbaar; deze
is bij kleine gaatjes vaak opvallend luid. Wanneer de ruis niet
wordt opgemerkt, zijn er klachten als snelle ademhaling, snel
vermoeid zijn, slecht drinken of overmatig zweten. Mede
afhankelijk van de plaats, gaan deze gaatjes vaak vanzelf dicht.
Wanneer het gat in het hart groot is, stroomt er weinig
zuurstofrijk bloed het lichaam in, soms minder dan de helft van
al het bloed wat in de kamer zit. Hierdoor is de
reservecapaciteit gering. Als het kind actief wordt, zoals bij
het drinken van de fles, gaat de hartslag en ademhaling sterk
omhoog. Uw kind kan de fles niet meer in ��n keer leeg krijgen.
Omdat het lichaam niet genoeg bloed krijgt, stuurt het signalen
naar het hart om harder te werken. Ook gaat het lichaam
compenseren voor te weinig bloed door bijvoorbeeld minder vocht
uit te scheiden. Al die compensatiemechanismen zorgen ervoor dat
het kind in een redelijke conditie blijft, echter ten koste van
een enorm energieverbruik. Aan de ene kant verbruikt het lichaam
dus veel energie en aan de andere kant kost het uw kind juist
moeite om zijn fles leeg te krijgen. Hierdoor is er minder
energie over om te groeien waardoor de groei stagneert.