Rubriek : De
mens -
geschiedenis
De verovering van West-Europa
Terwijl de Duitse
legers op 1 september 1939 bezig waren de Poolse grens over te
trekken, was de Duitse luchtmacht, de Luftwaffe, al ver vooruit
actief. Op grote schaal werden luchtaanvallen uitgevoerd op
spoorwegknooppunten, bruggen, vliegvelden en centrales. Dit
bracht grote wanorde bij de Poolse strijdkrachten, die toch al
niet modern waren. Van een ordelijke terugtocht was geen sprake.
Grote aantallen Poolse soldaten moesten zich overgeven. Maar het
ergste was misschien nog wel dat op 17 september 1939 ongeveer
dertig divisies van het Rode Leger de Poolse oostgrens
overschreden. Bijna zonder tegenstand te ontmoeten, trokken de
Russen op, totdat ze de Duitse troepen ontmoetten. Kort daarop
werd de grens tussen Rusland en Duitsland vastgesteld. Polen was
voor de vierde keer in zijn bestaan opgedeeld.
De Sowjetunie zetten, na de bezetting van Oost-Polen, de landen
Estland, Letland en Litouwen onder druk. In augustus 1940 werden
deze Baltische staten bij de Sowjetunie ingelijfd. Finland, dat
weigerde aan de Russische eisen te voldoen (onder andere was
ge�ist de haven Hango als vlootbasis in bruikleen af te staan),
werd op 30 november 1939 door Rusland aangevallen. De Finnen
boden heldhaftig weerstand, maar het mocht niet baten. In maart
1940 zouden ze de Russische eisen inwilligen.
In het westen gebeurde er intussen bijzonder weinig. In 1939
zaten de Franse soldaten veilig in hun Maginot-linie. Aan de
noordgrens met Belgi� waren tien Britse divisies gelegerd.
Hitler liet een plan uitwerken voor de grote aanval op het
westen. Het kwam in grote lijnen overeen met het aanvalsplan uit
de Eerste Wereldoorlog en het was begin november 1939 gereed. De
F�hrer wilde een week later al beginnen, maar het slechte weer
maakte de uitvoering onmogelijk. Een nieuw plan, opgesteld oor
generaal Von Manstein, viel bij Hitler in goede aarde. Het hield
in dat de Duitse aanval zich vooral zou richten op de Ardennen.
Was men daar eenmaal doorheen, dan zou men de optrekkende Britse
en Franse legers in de rug kunnen aanvallen.
Om te verhinderen dat het neutrale Zweden ijzererts naar
Duitsland bleef uitvoeren, legde de Britse vloot begin april
1940 mijnenvelden langs de kust van Noorwegen. Op 9 april 1940
vielen de Duitsers Denemarken binnen. De Denen boden vrijwel
geen verzet. Een Duitse landingsvloot voer inmiddels naar
Noorwegen. Duitse parachutisten bezetten daar in succesvolle
operaties een aantal strategische punten. Geallieerde landingen
mochten niet meer baten. Op 10 juni 1940 was de strijd om
Noorwegen
beslist. Reeds op 10 mei 1940 echter was de grote aanval op
Nederland, Belgi�, Luxemburg en Frankrijk begonnen. De Duitse
opzet, Nederland in ��n dag op de knie�n te krijgen door de
koningin door parachutisten gevangen te laten nemen, mislukte.
Het kleine Nederland hield het, ondanks de zeer verouderde en
armzalige bewapening, toch nog vijf dagen vol. De gruwelijkheid
van de oorlog drong zich door het bombardement van Rotterdam op
harde wijze aan de bevolking op. De Belgische koning Leopold III
moest op 27/28 mei de uitzichtloze strijd staken. Was koningin
Wilhelmina erin geslaagd naar Engeland te ontkomen, de Belgische
vorst begaf zich vrijwillig met zijn soldaten in
krijgsgevangenschap. De Duitse opmars verliep geheel volgens
plan. Het Franse Negende Leger werd volkomen verrast en moest
haastig terugtrekken. De Duitse pantseraanvallen brachten de
geallieerde legers danig in het nauw. De Franse troepen, die
toch al niet zo'n hoog moreel hadden, werden door de tegenslagen
en ook door de voortdurende luchtaanvallen totaal ontmoedigd.
Het grootste deel van de Britse en ook vele Franse troepen
dreigde ingesloten te raken bij Duinkerken. Toen liet Hitler
zijn troepen pas op de plaats maken. Dat gaf de Britten de
gelegenheid de troepen te evacueren. Een week later braken de
Duitse troepen door de Franse linies en op 14 juni 1940 trokken
ze zegevierend Parijs binnen. (foto : in het geel, Frankrijk
onder Duitse bezetting)